H2224 זָרַח
rijzen , oprijzen, opkomen , opgaan, uitbreken
Genesis 32:31 | En de zon rees hem op, als hij door Pniel gegaan was; en hij was hinkende aan zijn heup. |
Exodus 22:3 | Indien de zon over hem opgegaan is, zo zal het hem een bloedschuld zijn; hij zal het volkomen wedergeven; heeft hij niet, zo zal hij verkocht worden voor zijn dieverij. |
Deuteronomium 33:2 | Hij zeide dan: De HEERE is van Sinai gekomen, en is hunlieden opgegaan van Seir; Hij is blinkende verschenen van het gebergte Paran, en is aangekomen met tien duizenden der heiligen; tot Zijn rechterhand was een vurige wet aan hen. |
Richteren 9:33 | En het geschiede in den morgen, als de zon opgaat, zo maak u vroeg op, en overval deze stad; en zie, zo hij en het volk, dat met hem is, tot u uittrekken, zo doe hem, gelijk als uw hand vinden zal. |
2 Samuel 23:4 | En Hij zal zijn gelijk het licht des morgens, [wanneer] de zon opgaat, des morgens zonder wolken, [wanneer] van den glans na den regen de grasscheutjes uit de aarde [voortkomen]. |
2 Koningen 3:22 | En toen zij zich des morgens vroeg opmaakten, en de zon over dat water oprees, zagen de Moabieten dat water tegenover rood, gelijk bloed. |
2 Kronieken 26:19 | Toen werd Uzzia toornig, en het reukwerk was in zijn hand, om te roken; als hij nu toornig werd tegen de priesteren, rees de melaatsheid op aan zijn voorhoofd, voor het aangezicht der priesteren, in het huis des HEEREN, van boven het reukaltaar. |
Job 9:7 | Die de zon gebiedt, en zij gaat niet op; en verzegelt de sterren; |
Psalm 104:22 | De zon opgaande, maken zij zich weg, en liggen neder in hun holen. |
Psalm 112:4 | [Zain.] Den oprechten gaat het licht op in de duisternis; [Cheth.] Hij is genadig, en barmhartig, en rechtvaardig. |
Prediker 1:5 | Ook rijst de zon op, en de zon gaat onder, en zij hijgt naar haar plaats, waar zij oprees. |
Jesaja 58:10 | En zo gij uw ziel opent voor den hongerige, en de bedrukte ziel verzadigt; dan zal uw licht in de duisternis opgaan, en uw donkerheid zal zijn als de middag. |
Jesaja 60:1 | Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op. |
Jesaja 60:2 | Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken, en donkerheid de volken; doch over u zal de HEERE opgaan, en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. |
Jona 4:8 | En het geschiedde, als de zon oprees, dat God een stillen oostenwind beschikte; en de zon stak op het hoofd van Jona, dat hij amechtig werd; en hij wenste zijner ziel te mogen sterven, en zeide: Het is mij beter te sterven dan te leven. |
Nahum 3:17 | Uw gekroonden zijn als de sprinkhanen, en uw krijgsoversten als de grote kevers, die zich in de heiningmuren legeren in de koude der dagen; wanneer de zon opgaat, zo vliegen zij weg, alzo dat hun plaats onbekend is, waar zij geweest zijn. |
Maleachi 4:2 | Ulieden daarentegen, die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder Zijn vleugelen; en gij zult uitgaan, en toenemen, als mestkalveren. |