H2233 זֶרַע
korianderzaad, zaad, nakroost, nakomeling(en), zaadzaaiende, nageslacht
Psalm 37:28 | Want de HEERE heeft het recht lief, en zal Zijn gunstgenoten niet verlaten; in eeuwigheid worden zij bewaard; maar het zaad der goddelozen wordt uitgeroeid. |
Psalm 69:37 | En het zaad Zijner knechten zal haar beerven; en de liefhebbers Zijns Naams zullen daarin wonen. |
Psalm 89:5 | Ik zal uw zaad tot in eeuwigheid bevestigen, en uw troon opbouwen van geslacht tot geslacht. Sela. |
Psalm 89:30 | En Ik zal zijn zaad in eeuwigheid zetten, en zijn troon als de dagen der hemelen. |
Psalm 89:37 | Zijn zaad zal in der eeuwigheid zijn, en zijn troon zal voor Mij zijn gelijk de zon. |
Psalm 102:29 | De kinderen Uwer knechten zullen wonen, en hun zaad zal voor Uw aangezicht bevestigd worden. |
Psalm 105:6 | Gij zaad van Abraham, Zijn knecht, gij kinderen van Jakob, Zijn uitverkorene! |
Psalm 106:27 | En dat Hij hun zaad zou nedervellen onder de heidenen, en hen verstrooien zou door de landen. |
Psalm 112:2 | [Gimel.] Zijn zaad zal geweldig zijn op aarde; [Daleth.] het geslacht der oprechten zal gezegend worden. |
Psalm 126:6 | Die het zaad draagt, dat men zaaien zal, gaat al gaande en wenende; [maar] voorzeker zal hij met gejuich wederkomen, dragende zijn schoven. |
Spreuken 11:21 | Hand aan hand zal de boze niet onschuldig zijn; maar het zaad der rechtvaardigen zal ontkomen. |
Prediker 11:6 | Zaai uw zaad in den morgenstond, en trek uw hand des avonds niet af; want gij weet niet, wat recht wezen zal, of dit of dat, of dat die beide te zamen goed zijn zullen. |
Jesaja 1:4 | Wee het zondige volk, het volk van zware ongerechtigheid, het zaad der boosdoeners, de verdervende kinderen! Zij hebben den HEERE verlaten, zij hebben den Heilige Israels gelasterd, zij hebben zich vervreemd, [wijkende] achterwaarts. |
Jesaja 5:10 | Ja, tien bunderen wijngaards zullen een enig bath geven, en een homer zaads zal een efa geven. |
Jesaja 6:13 | Doch nog een tiende deel zal daarin zijn, en het zal wederkeren, en zijn om af te weiden; [maar] gelijk de eik, en gelijk de haageik, in dewelke na de afwerping [der bladeren] nog steunsel is, [alzo] zal het heilige zaad het steunsel daarvan zijn. |
Jesaja 14:20 | Gij zult bij dezelve niet gevoegd worden in de begrafenis; want gij hebt uw land verdorven, [en] uw volk gedood; het zaad der boosdoeners zal in der eeuwigheid niet genoemd worden. |
Jesaja 17:11 | Ten dage, als gij ze zult geplant hebben, zult gij [die] doen wassen, en in den morgenstond zult gij uw zaad doen bloeien; [doch] het zal maar een hoop van het gemaaide zijn, in den dag der krankheid en der pijnlijke smart. |
Jesaja 23:3 | En wiens inkomst was het zaad van Sichor over de grote wateren, de oogst der rivier; en zij was de markt der heidenen. |
Jesaja 30:23 | Dan zal Hij uw zaad, waarmede gij het land bezaaid hebt, regen geven, en brood van des lands inkomen, en hetzelve zal vet en smoutig zijn; uw vee zal te dien dage [in] een wijde landouwe weiden. |
Jesaja 41:8 | Maar gij, Israel, Mijn knecht! gij Jakob, dien Ik verkoren heb! het zaad van Abraham, Mijn liefhebber! |