H2352 חוּר
kerkerhol, hol, hol(en)

Bijbelteksten

Jesaja 11:8En een zoogkind zal zich vermaken over het hol van een adder; en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in de kuil van den basilisk.
Jesaja 42:22Maar [nu] is het een beroofd en geplunderd volk; zij zijn allen verstrikt in de holen, en verstoken in de gevangenhuizen; zij zijn tot een roof geworden, en er is niemand, die ze redt; [tot] een plundering, en niemand zegt: Geeft [ze] weder.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech