H2372 חָזָה
aanmerken, aanschouwen, boren zich, bezien, beseffen, aanzien, boren, schouwen, zien
Exodus 18:21 | Doch zie gij om, onder al het volk, naar kloeke mannen, God vrezende, waarachtige mannen, de gierigheid hatende; stel ze over hen, oversten der duizenden, oversten der honderden, oversten der vijftigen, oversten der tienen. |
Exodus 24:11 | Doch Hij strekte Zijn hand niet tot de afgezonderden van de kinderen Israels; maar zij aten en dronken, nadat zij God gezien hadden. |
Numeri 24:4 | De hoorder der redenen Gods spreekt, die het gezicht des Almachtigen ziet; die verrukt wordt, en wien de ogen ontdekt worden! |
Numeri 24:16 | De hoorder der redenen Gods spreekt, en die de wetenschap des Allerhoogsten weet; die het gezicht des Almachtigen ziet, die verrukt wordt, en wien de ogen ontdekt worden. |
Job 8:17 | Zijn wortelen worden bij de springader ingevlochten; hij ziet een stenige plaats. |
Job 15:17 | Ik zal u wijzen, hoor mij aan, en hetgeen ik gezien heb, dat zal ik vertellen; |
Job 19:26 | En als zij na mijn huid dit doorknaagd zullen hebben, zal ik uit mijn vlees God aanschouwen; |
Job 19:27 | Denwelken ik voor mij aanschouwen zal, en mijn ogen zien zullen, en niet een vreemde; mijn nieren verlangen zeer in mijn schoot. |
Job 23:9 | Als Hij ter linkerhand werkt, zo aanschouw ik [Hem] niet; bedekt Hij Zich ter rechterhand, zo zie ik [Hem] niet. |
Job 24:1 | Waarom zouden van den Almachtige de tijden niet verborgen zijn, dewijl zij, die Hem kennen, Zijn dagen niet zien? |
Job 27:12 | Ziet, gij zelve allen hebt het gezien; en waarom wordt gij dus door ijdelheid verijdeld? |
Job 34:32 | Behalve [wat] ik zie, leer Gij mij; heb ik onrecht gewrocht, ik zal het niet meer doen. |
Job 36:25 | Alle mensen zien het aan; de mens schouwt [het] van verre. |
Psalm 11:4 | De HEERE is in het paleis Zijner heiligheid, des HEEREN troon is in den hemel; Zijn ogen aanschouwen, Zijn oogleden proeven de mensenkinderen. |
Psalm 11:7 | Want de HEERE is rechtvaardig, Hij heeft gerechtigheden lief; Zijn aangezicht aanschouwt den oprechte. |
Psalm 17:2 | Laat mijn recht van voor Uw aangezicht uitgaan, laat Uw ogen de billijkheden aanschouwen. |
Psalm 17:15 | [Maar] ik zal Uw aangezicht in gerechtigheid aanschouwen, ik zal verzadigd worden met Uw beeld, als ik zal opwaken. |
Psalm 27:4 | Een ding heb ik van den HEERE begeerd, dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des HEEREN, om de liefelijkheid des HEEREN te aanschouwen, en te onderzoeken in Zijn tempel. |
Psalm 46:9 | Komt, aanschouwt de daden des HEEREN, Die verwoestingen op aarde aanricht. |
Psalm 58:9 | Laat hem henengaan, als een smeltende slak; laat hen, [als] ener vrouwe misdracht, de zon niet aanschouwen. |