H2496 חַלָּמִישׁ
keihard , keiachtig, kei, hard, keisteen
Deuteronomium 8:15 | Die u geleid heeft in die grote en vreselijke woestijn, [waar] vurige slangen, en schorpioenen, en dorheid, waar geen water was; Die u water uit de keiachtige rots voortbracht; |
Deuteronomium 32:13 | Hij deed hem rijden op de hoogten der aarde, dat hij at de inkomsten des velds; en Hij deed hem honig zuigen uit de steenrots, en olie uit den kei der rots; |
Job 28:9 | Hij legt zijn hand aan de keiachtige [rots], hij keert de bergen van den wortel om. |
Psalm 114:8 | Die den rotssteen veranderde in een watervloed, den keisteen in een waterfontein. |
Jesaja 50:7 | Want de Heere HEERE helpt Mij, daarom word Ik niet te schande; daarom heb Ik Mijn aangezicht gesteld als een keisteen, want Ik weet, dat Ik niet zal beschaamd worden. |