Numeri 6:3 | Van wijn en sterken drank zal hij zich afzonderen; wijnedik, en edik van sterken drank zal hij niet drinken, noch enige vochtigheid van druiven zal hij drinken, noch verse of gedroogde druiven eten. |
Ruth 2:14 | Als het nu etenstijd was, zeide Boaz tot haar: Kom hier bij, en eet van het brood, en doop uw bete in den azijn. Zo zat zij neder aan de zijde van de maaiers, en hij langde haar geroost [koren], en zij at, en werd verzadigd, en hield over. |
Psalm 69:22 | Ja, zij hebben mij gal tot mijn spijs gegeven; en in mijn dorst hebben zij mij edik te drinken gegeven. |
Spreuken 10:26 | Gelijk edik den tanden, en gelijk rook den ogen is zo is de luie dengenen die hem uitzenden. |
Spreuken 25:20 | Die liederen zingt bij een treurig hart, is gelijk hij, die een kleed aflegt ten dage der koude, [en als] edik op salpeter. |