H2568 חָמֵשׁ
vijf, vijftiende, vijfmaal, vijfhonderd, vijfde, vijftien
Numeri 7:77 | En ten dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Pagiel, den zoon van Ochran. |
Numeri 7:83 | En ten dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Ahira, den zoon van Enan. |
Numeri 8:24 | Dit is het, wat de Levieten aangaat: van vijf en twintig jaren oud en daarboven, zullen zij inkomen, om den strijd te strijden, in den dienst van de tent der samenkomst. |
Numeri 11:19 | Gij zult niet een dag, noch twee dagen eten, noch vijf dagen, noch tien dagen, noch twintig dagen; |
Numeri 18:16 | Die nu onder dezelve gelost zullen worden, zult gij van een maand oud lossen, naar uw schatting, voor het geld van vijf sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms, die is twintig gera. |
Numeri 26:18 | Dat zijn de geslachten der zonen van Gad, naar hun getelden: veertig duizend en vijfhonderd. |
Numeri 26:22 | Dat zijn de geslachten van Juda, naar hun getelden: zes en zeventig duizend en vijfhonderd. |
Numeri 26:27 | Dat zijn de geslachten der Zebulonieten, naar hun getelden: zestig duizend en vijfhonderd. |
Numeri 26:37 | Dat zijn de geslachten der zonen van Efraim, naar hun getelden: twee en dertig duizend en vijfhonderd. Dat zijn de zonen van Jozef, naar hun geslachten. |
Numeri 26:41 | Dat zijn de zonen van Benjamin, naar hun geslachten; en hun getelden waren vijf en veertig duizend en zeshonderd. |
Numeri 26:50 | Dat zijn de geslachten van Nafthali, naar hun geslachten; en hun getelden waren vijf en veertig duizend en vierhonderd. |
Numeri 28:17 | En op den vijftienden dag derzelve maand is het feest; zeven dagen zullen ongezuurde [broden] gegeten worden. |
Numeri 29:12 | Insgelijks op den vijftienden dag dezer zevende maand, zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen; maar zeven dagen zult gij den HEERE een feest vieren. |
Numeri 31:8 | Daartoe doodden zij boven hun verslagenen, de koningen der Midianieten, Evi, en Rekem, en Zur, en Hur, en Reba, vijf koningen der Midianieten; ook doodden zij met het zwaard Bileam, den zoon van Beor. |
Numeri 31:28 | Daarna zult gij een schatting voor den HEERE heffen, van de oorlogsmannen, die tot dezen krijg uitgetogen zijn, van vijfhonderd een ziel, uit de mensen en uit de runderen, en uit de ezelen, en uit de schapen. |
Numeri 31:32 | De buit nu, het overschot van den roof, dat het krijgsvolk geroofd had, was zeshonderd vijf en zeventig duizend schapen; |
Numeri 31:36 | En de helft, [te weten] het deel dergenen, die tot dezen krijg uitgetogen waren, was in getal driehonderd zeven en dertig duizend en vijfhonderd schapen. |
Numeri 31:37 | En de schatting voor den HEERE van schapen was zeshonderd vijf en zeventig. |
Numeri 31:39 | En de ezelen waren dertig duizend en vijfhonderd, en hun schatting voor den HEERE was een en zestig. |
Numeri 31:43 | (Het halve deel nu der vergadering was, uit de schapen, driehonderd zeven en dertig duizend en vijfhonderd; |