H2573 חֵמֶת
fles, uw gif, zak, wijnfles
Genesis 21:14 | Toen stond Abraham des morgens vroeg op, en nam brood, en een fles water, en gaf ze aan Hagar, die leggende op haar schouder; ook [gaf hij haar] het kind, en zond haar weg. En zij ging voort, en dwaalde in de woestijn Ber-seba. |
Genesis 21:15 | Als nu het water van de fles uit was, zo wierp zij het kind onder een van de struiken. |
Genesis 21:19 | En God opende haar ogen, dat zij een waterput zag; en zij ging, en vulde de fles met water, en gaf den jongen te drinken. |
Hosea 7:5 | Het is de dag onzes konings; de vorsten maken [hem] krank [door] verhitting van den wijn; hij strekt zijn hand voort met de spotters. |
Habakuk 2:15 | Wee dien, die zijn naaste te drinken geeft, gij, die uw wijnfles daarbij voegt, en ook dronken maakt, opdat gij hun naaktheden aanschouwt. |