Genesis 4:17 | En Kain bekende zijn huisvrouw, en zij werd bevrucht en baarde Henoch; en hij bouwde een stad, en noemde den naam dier stad naar den naam zijns zoons, Henoch. |
Genesis 4:18 | En aan Henoch werd Hirad geboren; en Hirad gewon Mechujael; en Mechujael gewon Methusael; en Methusael gewon Lamech. |
Genesis 5:18 | En Jered leefde honderd twee en zestig jaren, en hij gewon Henoch. |
Genesis 5:19 | En Jered leefde, nadat hij Henoch gewonnen had, achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 5:21 | En Henoch leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Methusalach. |
Genesis 5:22 | En Henoch wandelde met God, nadat hij Methusalach gewonnen had, driehonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 5:23 | Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijf en zestig jaren. |
Genesis 5:24 | Henoch dan wandelde met God; en hij was niet [meer]; want God nam hem weg. |
Genesis 25:4 | En de zonen van Midian waren Efa en Efer, en Henoch en Abida, en Eldaa. Deze allen waren zonen van Ketura. |
Genesis 46:9 | En de zonen van Ruben: Hanoch, en Pallu, en Hezron, en Karmi. |
Exodus 6:13 | Dit zijn de hoofden van [ieder] huis hunner vaderen: de zonen van Ruben, den eerstgeborene van Israel, zijn Hanoch en Pallu, Hezron en Charmi; dit zijn de huisgezinnen van Ruben. |
Numeri 26:5 | Ruben was de eerstgeborene van Israel. De zonen van Ruben waren: Hanoch, [van welken] was het geslacht der Hanochieten; van Pallu het geslacht der Palluieten; |
1 Kronieken 1:3 | Henoch, Methusalah, Lamech, |
1 Kronieken 1:33 | De kinderen van Midian nu waren Efa, en Efer, en Henoch, en Abida, en Eldaa. Die allen waren zonen van Ketura. |
1 Kronieken 5:3 | De kinderen van Ruben, den eerstgeborene van Israel, zijn Hanoch en Pallu, Hezron en Charmi. |