H2891 טָהֵר
reinigen, bevochtigen (Eze, reiniging de - doen, rein z/w, rein verklaren, rein zijn/w
Nehemia 13:30 | Alzo reinigde ik hen van alle vreemden; en ik bestelde de wachten der priesteren en der Levieten, elk op zijn werk; |
Job 4:17 | Zou een mens rechtvaardiger zijn dan God? Zou een man reiner zijn dan zijn Maker? |
Job 17:9 | En de rechtvaardige zal zijn weg vasthouden, en die rein van handen is, zal in sterkte toenemen. |
Job 37:21 | En nu ziet men het licht niet [als het] helder is in den hemel, als de wind doorgaat, en dien zuivert; |
Psalm 51:4 | Was mij wel van mijn ongerechtigheid, en reinig mij van mijn zonde. |
Psalm 51:9 | Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw. |
Spreuken 20:9 | Wie kan zeggen: Ik heb mijn hart gezuiverd, ik ben rein van mijn zonde? |
Jesaja 66:17 | Die zichzelven heiligen, en zichzelven reinigen in de hoven, achter een in het midden [derzelve], die zwijnenvlees eten, en verfoeisel, en muizen; te zamen zullen zij verteerd worden, spreekt de HEERE. |
Jeremia 13:27 | Uw overspelen en uw hunkeringen, de schandelijkheid uws hoerdoms, op heuvelen, in het veld; Ik heb uw verfoeiselen gezien; wee u, Jeruzalem! zult gij niet rein worden? Hoe lang nog na dezen? |
Jeremia 33:8 | En Ik zal hen reinigen van al hun ongerechtigheid, [met] dewelke zij tegen Mij gezondigd hebben; en Ik zal vergeven al hun ongerechtigheden, [met] dewelke zij tegen Mij gezondigd en [met] dewelke zij tegen Mij overtreden hebben. |
Ezechiel 22:24 | Mensenkind, zeg tot haar; Gij zijt een land, dat niet gereinigd is, [dat] zijn plasregen niet [heeft gehad] ten dage der gramschap. |
Ezechiel 24:13 | In uw onreinigheid is schandelijkheid, omdat Ik u gereinigd heb, en gij niet gereinigd zijt, zo zult gij van uw onreinigheid niet meer gereinigd worden, totdat Ik Mijn grimmigheid op u zal hebben doen rusten. |
Ezechiel 36:25 | Dan zal Ik rein water op u sprengen, en gij zult rein worden; van al uw onreinigheden en van al uw drekgoden zal Ik u reinigen. |
Ezechiel 36:33 | Alzo zegt de Heere HEERE: Ten dage, als Ik u reinigen zal van al uw ongerechtigheden, dan zal Ik de steden doen bewonen, en de eenzame plaatsen zullen bebouwd worden. |
Ezechiel 37:23 | En zij zullen zich niet meer verontreinigen met hun drekgoden, en met hun verfoeiselen, en met al hun overtredingen; en Ik zal ze verlossen uit al hun woonplaatsen, in dewelke zij gezondigd hebben, en zal ze reinigen; zo zullen zij Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn. |
Ezechiel 39:12 | Het huis Israels nu zal hen begraven, om het land te reinigen, zeven maanden [lang]. |
Ezechiel 39:14 | Ook zullen zij mannen uitscheiden, die gestadig door het land doorgaan, [en] doodgravers met de doorgangers, [om te begraven] degenen, die op den aardbodem zijn overgelaten, om dien te reinigen; ten einde van zeven maanden zullen zij onderzoek doen. |
Ezechiel 39:16 | Ook zo zal de naam der stad Hamona zijn. Alzo zullen zij het land reinigen. |
Ezechiel 43:26 | Zeven dagen zullen zij het altaar verzoenen, en het reinigen, en zijn handen vullen. |
Maleachi 3:3 | En Hij zal zitten, louterende, en het zilver reinigende, en Hij zal de kinderen van Levi reinigen, en Hij zal ze doorlouteren als goud, en als zilver; dan zullen zij den HEERE spijsoffer toebrengen in gerechtigheid. |