H2929 טַלְמוֹן
Talmon

Bijbelteksten

1 Kronieken 9:17De poortiers nu waren: Sallum, en Akkub, en Talmon, en Ahiman, en hun broeders; Sallum was het hoofd.
Ezra 2:42De kinderen der poortiers. De kinderen van Sallum, de kinderen van Ater, de kinderen van Talmon, de kinderen van Akkub, de kinderen van Hatita, de kinderen van Sobai; deze allen waren honderd negen en dertig.
Nehemia 7:45De poortiers: de kinderen van Sallum, de kinderen van Ater, de kinderen van Talmon, de kinderen van Akkub, de kinderen van Hatita, de kinderen van Sobai, honderd acht en dertig;
Nehemia 11:19En de poortiers: Akkub, Talmon, met hun broederen, die wacht hielden in de poorten, waren honderd twee en zeventig.
Nehemia 12:25Matthanja en Bakbukja, Obadja, Mesullam, Talmon [en] Akkub, waren poortiers, de wacht waarnemende bij de schatkamers der poorten.

Mede mogelijk dankzij