Deuteronomium 33:12 | En van Benjamin zeide hij: De beminde des HEEREN, hij zal zeker bij Hem wonen. Hij zal hem den gansen dag overdekken, en tussen Zijn schouders zal hij wonen! |
Psalm 45:1 | Een onderwijzing, een lied der liefde, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach, op Schoschannim. |
Psalm 60:7 | Opdat Uw beminden zouden bevrijd worden; geef heil [door] Uw rechterhand, en verhoor ons. |
Psalm 84:2 | Hoe liefelijk zijn Uw woningen, o HEERE der heirscharen! |
Psalm 108:7 | Opdat Uw beminden bevrijd worden; geef heil [door] Uw rechterhand, en verhoor ons. |
Psalm 127:2 | Het is tevergeefs, dat gijlieden vroeg opstaat, laat opblijft, eet brood der smarten; het is alzo, dat Hij het Zijn beminden [als in] den slaap geeft. |
Jesaja 5:1 | Nu zal ik mijn Beminde een lied mijns Liefsten zingen van Zijn wijngaard; Mijn Beminde heeft een wijngaard op een vetten heuvel. |
Jeremia 11:15 | Wat heeft Mijn beminde in Mijn huis [te doen], dewijl zij die schandelijke daad [met] velen doet, en het heilige vlees van u geweken is? Wanneer gij kwaad [doet], dan springt gij op van vreugde. |