H3225 יָמִין
rechterzijde, rechterschenkel, rechterhand/rechter [hand], rechts, ten zuiden, rechterhand, rechter
Genesis 13:9 | Is niet het ganse land voor uw aangezicht? Scheid u toch van mij; zo gij de linkerhand [kiest], zo zal ik ter rechterhand gaan; en zo gij de rechterhand, zo zal ik ter linkerhand gaan. |
Genesis 24:49 | Nu dan, zo gijlieden weldadigheid en trouw aan mijn heer doen zult, geeft het mij te kennen; en zo niet, geeft het mij [ook] te kennen, opdat ik mij ter rechter- of ter linkerhand wende. |
Genesis 48:13 | En Jozef nam die beiden, Efraim met zijn rechterhand, tegenover Israels linkerhand, en Manasse met zijn linkerhand, tegenover Israels rechterhand, en hij deed hen naderen tot hem. |
Genesis 48:14 | Maar Israel strekte zijn rechterhand uit, en legde die op het hoofd van Efraim, hoewel hij de minste was, en zijn linkerhand op het hoofd van Manasse; hij bestierde zijn handen verstandelijk; want Manasse was de eerstgeborene. |
Genesis 48:17 | Toen Jozef zag, dat zijn vader zijn rechterhand op het hoofd van Efraim legde, zo was het kwaad in zijn ogen, en hij ondervatte zijns vaders hand, om die van het hoofd van Efraim op het hoofd van Manasse af te brengen. |
Genesis 48:18 | En Jozef zeide tot zijn vader: Niet alzo, mijn vader! want deze is de eerstgeborene; leg uw rechterhand op zijn hoofd. |
Exodus 14:22 | En de kinderen Israels zijn ingegaan in het midden van de zee, op het droge; en de wateren waren hun een muur, aan hun rechter- en aan hun linkerhand. |
Exodus 14:29 | Maar de kinderen Israels gingen op het droge, in het midden der zee; en de wateren waren hun een muur, aan hun rechter- en aan hun linkerhand. |
Exodus 15:6 | O HEERE! Uw rechterhand is verheerlijkt geworden in macht; Uw rechterhand, o HEERE! heeft den vijand verbroken! |
Exodus 15:12 | Gij hebt Uw rechterhand uitgestrekt, de aarde heeft hen verslonden! |
Exodus 29:22 | Daarna zult gij van den ram nemen het vet mitsgaders den staart, ook het vet, dat het ingewand bedekt, en het net der lever en de beide nieren, met het vet, dat aan dezelve is, en den rechterschouder; want het is een ram der vulofferen; |
Leviticus 7:32 | Gij zult ook den rechterschouder tot een hefoffer den priester geven, uit uw dankofferen. |
Leviticus 7:33 | Wie uit de zonen van Aaron het bloed des dankoffers en het vet offert, dien zal de rechterschouder ten dele zijn. |
Leviticus 8:25 | En hij nam het vet, en den staart, en al het vet, dat aan het ingewand is, en het net der lever, en de beide nieren, en haar vet, daartoe den rechterschouder. |
Leviticus 8:26 | Ook nam hij uit den korf van de ongezuurde [broden], die voor het aangezicht des HEEREN was, een ongezuurden koek, en een geolieden broodkoek, en een vlade; en hij legde ze op dat vet, en op den rechterschouder. |
Leviticus 9:21 | Maar de borsten en den rechterschouder bewoog Aaron ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN, gelijk als Mozes geboden had. |
Numeri 18:18 | En hun vlees zal het uwe zijn; gelijk de beweegborst, en gelijk de rechterschouder, zal het uwe zijn. |
Numeri 20:17 | Laat ons toch door uw land trekken; wij zullen niet trekken door den akker, noch door de wijngaarden, noch zullen het water der putten drinken; wij zullen den koninklijken weg gaan, wij zullen niet afwijken ter rechter- noch ter linkerhand, totdat wij door uw landpalen zullen getrokken zijn. |
Numeri 22:26 | Toen ging de Engel des HEEREN noch verder, en Hij stond in een enge plaats, waar geen weg was om te wijken ter rechter- noch ter linkerhand. |
Deuteronomium 2:27 | Laat mij door uw land doortrekken; ik zal alleenlijk langs den weg voorttrekken; ik zal noch ter rechter- noch ter linkerhand uitwijken. |