H3276 יַעַל
baten, nut hebben

Bijbelteksten

1 Samuel 12:21En wijkt niet af; want gij zoudt de ijdelheden na[volgen], die niet bevorderlijk zijn, noch verlossen, want zij zijn ijdelheden.
Job 15:3Bestraffende door woorden, [die] niet baten, en door redenen, met dewelke hij geen voordeel doet?
Job 21:15Wat is de Almachtige, dat wij Hem zouden dienen? En wat baat zullen wij hebben, dat wij Hem aanlopen zouden?
Job 30:13Zij breken mijn pad af, zij bevorderen mijn ellende; zij hebben geen helper [van doen].
Job 35:3Want gij hebt gezegd: Wat zou zij u baten? Wat meer voordeel zal ik [daarmede] doen, dan met mijn zonde?
Spreuken 10:2Schatten der goddeloosheid doen geen nut; maar de gerechtigheid redt van den dood.
Spreuken 11:4Goed doet geen nut ten dage der verbolgenheid; maar de gerechtigheid redt van den dood.
Jesaja 30:5Hij zal hen allen beschaamd maken door een volk, dat hun geen nut kan doen, noch tot hulp, noch tot voordeel, maar tot schande en ook tot smaadheid zijn zal.
Jesaja 30:6De last der beesten, van het zuiden, naar het land des angstes, en der benauwdheid, van waar de sterke leeuw en de oude leeuw is, de basilisk en de vurige vliegende draak; hun goederen zullen zij voeren op den rug der veulens, en hun schatten op de bulten der kemelen, tot het volk, [dat hun] geen nut doen zal.
Jesaja 44:9De formeerders van gesneden beelden zijn al te zamen ijdelheid, en hun gewenste dingen doen geen nut; ja, zij zelven zijn hun getuigen; zij zien niet, en zij weten niet, daarom zullen zij beschaamd worden.
Jesaja 44:10Wie formeert een god, en giet een beeld, dat geen nut doet?
Jesaja 47:12Sta nu met uw bezweringen, en met de veelheid uwer toverijen, waarin gij gearbeid hebt van uw jeugd af; of gij misschien voordeel kondet doen, of gij misschien u [kondet] sterken.
Jesaja 48:17Alzo zegt de HEERE, uw Verlosser, de Heilige Israels: Ik ben de HEERE, uw God, Die u leert, wat nut is, Die u leidt op den weg, [dien] gij gaan moet.
Jesaja 57:12Ik zal uw gerechtigheid bekend maken, en uw werken, dat zij u geen nut doen zullen.
Jeremia 2:8De priesters zeiden niet: Waar is de HEERE? en die de wet handelden, kenden Mij niet; en de herders overtraden tegen Mij; en de profeten profeteerden door Baal, en wandelden [naar dingen, die] geen nut doen.
Jeremia 2:11Heeft ook een volk de goden veranderd, hoewel dezelve geen goden zijn? Nochtans heeft Mijn volk zijn Eer veranderd in [hetgeen] geen nut doet.
Jeremia 7:8Ziet, gij vertrouwt u op valse woorden, die geen nut doen.
Jeremia 12:13Zij hebben tarwe gezaaid, maar doornen gemaaid; zij hebben zich gepijnigd, [maar] niet gevorderd; wordt alzo beschaamd vanwege ulieder inkomsten, vanwege de hittigheid van den toorn des HEEREN.
Jeremia 16:19O HEERE! Gij zijt mijn Sterkte, en mijn Sterkheid, en mijn Toevlucht ten dage der benauwdheid; tot U zullen de heidenen komen van de einden der aarde, en zeggen: Immers hebben onze vaders leugen erfelijk bezeten, [en] ijdelheid, waarin toch niets was, dat nut deed.
Jeremia 23:32Ziet, Ik [wil] aan degenen, die valse dromen profeteren, spreekt de HEERE, en vertellen die, en verleiden Mijn volk met hun leugenen en met hun lichtvaardigheid; daar Ik hen niet gezonden, en hun niets bevolen heb, en zij dit volk gans geen nut doen, spreekt de HEERE.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech