Spreuken 1:29 | Daarom, dat zij de wetenschap gehaat hebben, en de vreze des HEEREN niet hebben verkoren. |
Spreuken 2:5 | Dan zult gij de vreze des HEEREN verstaan, en zult de kennis van God vinden. |
Spreuken 8:13 | De vreze des HEEREN is, te haten het kwade, de hovaardigheid, en den hoogmoed, en den kwaden weg; Ik haat ook den mond der verkeerdheden. |
Spreuken 9:10 | De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid, en de wetenschap der heiligen is verstand. |
Spreuken 10:27 | De vreze des HEEREN vermeerdert de dagen; maar de jaren der goddelozen worden verkort. |
Spreuken 14:26 | In de vreze des HEEREN is een sterk vertrouwen, en Hij zal Zijn kinderen een Toevlucht wezen. |
Spreuken 14:27 | De vreze des HEEREN is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods. |
Spreuken 15:16 | Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. |
Spreuken 15:33 | De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid [gaat] voor de eer. |
Spreuken 16:6 | Door goedertierenheid en trouw wordt de misdaad verzoend; en door de vreze des HEEREN wijkt men af van het kwade. |
Spreuken 19:23 | De vreze des HEEREN is ten leven; want men zal verzadigd zijnde vernachten; met het kwaad zal men niet bezocht worden. |
Spreuken 22:4 | Het loon der nederigheid, [met] de vreze des HEEREN, is rijkdom, en eer, en leven. |
Spreuken 23:17 | Uw hart zij niet nijdig over de zondaren; maar zijt te allen dage in de vreze des HEEREN. |
Jesaja 7:25 | Ook al de bergen, die men met houwelen pleegt om te hakken, daar zal men niet komen [uit] vrees der doornen en der distelen; maar die zullen wezen tot inzending van den os, en tot vertreding van het kleinvee. |
Jesaja 11:2 | En op Hem zal de Geest des HEEREN rusten, de Geest der wijsheid en des verstands, de Geest des raads en der sterkte, de Geest der kennis en der vreze des HEEREN. |
Jesaja 11:3 | En Zijn rieken zal zijn in de vreze des HEEREN; en Hij zal naar het gezicht Zijner ogen niet richten; Hij zal ook naar het gehoor Zijner oren niet bestraffen. |
Jesaja 33:6 | En het zal geschieden, dat de vastigheid uwer tijden, de sterkte van [uw] behoudenissen zal zijn wijsheid en kennis; de vreze des HEEREN zal zijn schat zijn. |
Jesaja 63:17 | HEERE! waarom doet Gij ons van Uw wegen dwalen, [waarom] verstokt Gij ons hart, dat wij U niet vrezen? Keer weder om Uwer knechten wil, de stammen Uws erfdeels. |
Jeremia 32:40 | En Ik zal een eeuwig verbond met hen maken, dat Ik van achter hen niet zal afkeren, opdat Ik hun weldoe; en Ik zal Mijn vreze in hun hart geven, dat zij niet van Mij afwijken. |
Ezechiel 1:18 | En hun velgen, die waren zo hoog, dat zij vreselijk waren; en hun velgen waren vol ogen rondom aan die vier [raderen]. |