H3384 יָרָה
inschieten, leraar, afschieten, schieten, werpen, onderrichten, onderwijzen, leren
Genesis 31:51 | Laban zeide voorts tot Jakob: Zie, daar is deze zelfde hoop, en zie, daar is dit opgericht teken, hetwelk ik opgeworpen heb tussen mij en tussen u; |
Genesis 46:28 | En hij zond Juda voor zijn aangezicht heen tot Jozef, om voor zijn aangezicht aanwijzing te doen naar Gosen; en zij kwamen in het land Gosen. |
Exodus 4:12 | En nu ga henen, en Ik zal met uw mond zijn, en zal u leren, wat gij spreken zult. |
Exodus 4:15 | Gij dan zult tot hem spreken, en de woorden in zijn mond leggen; en Ik zal met uw mond, en met zijn mond zijn; en Ik zal ulieden leren, wat gij doen zult. |
Exodus 15:4 | Hij heeft Farao's wagenen en zijn heir in de zee geworpen; en de keure zijner hoofdlieden zijn verdronken in de Schelfzee. |
Exodus 15:25 | Hij dan riep tot den HEERE; en de HEERE wees hem een hout, dat wierp hij in dat water; toen werd het water zoet. Aldaar stelde Hij het [volk] een inzetting en recht, en aldaar verzocht Hij hetzelve, |
Exodus 19:13 | Geen hand zal hem aanroeren, maar hij zal zekerlijk gestenigd, of zekerlijk doorschoten worden; hetzij een beest, hetzij een man, hij zal niet leven. Als de ramshoorn langzaam gaat, zullen zij op den berg klimmen. |
Exodus 24:12 | Toen zeide de HEERE tot Mozes: Kom tot Mij op den berg, en wees aldaar; en Ik zal u stenen tafelen geven, en de wet, en de geboden, die Ik geschreven heb, om hen te onderwijzen. |
Exodus 35:34 | Hij heeft hem ook in zijn hart gegeven [anderen] te onderwijzen, hem en Aholiab, den zoon van Ahisamach, van den stam van Dan. |
Leviticus 10:11 | En om den kinderen Israels te leren al de inzettingen, die de HEERE door den dienst van Mozes tot hen gesproken heeft. |
Leviticus 14:57 | Om te leren, op welken dag iets onrein, en op welken dag iets rein is. Dit is de wet der melaatsheid. |
Numeri 21:30 | En wij hebben hen nedergeveld! Hesbon is verloren tot Dibon toe; en wij hebben hen verwoest tot Nofat toe, welke tot Medeba toe [reikt]. |
Deuteronomium 17:10 | En gij zult doen naar het bevel des woords, dat zij u zullen aanzeggen, van diezelve plaats, die de HEERE verkiezen zal, en gij zult waarnemen te doen naar alles, wat zij u zullen leren. |
Deuteronomium 17:11 | Naar het bevel der wet, die zij u zullen leren, en naar het oordeel, dat zij u zullen zeggen, zult gij doen; gij zult niet afwijken van het woord, dat zij u zullen aanzeggen, ter rechter- of ter linkerhand. |
Deuteronomium 24:8 | Wacht u in de plaag der melaatsheid, dat gij naarstiglijk waarneemt en doet naar alles, wat de Levietische priesteren ulieden zullen leren; gelijk als ik hun geboden heb, zult gij waarnemen te doen. |
Deuteronomium 33:10 | Zij zullen Jakob Uw rechten leren, en Israël Uw wet; zij zullen reukwerk voor Uw neus leggen, en dat gans verteerd zal worden, op Uw altaar. |
Jozua 18:6 | En gijlieden zult het land beschrijven in zeven delen, en tot mij herwaarts brengen, dat ik voor ulieden het lot hier werpe voor het aangezicht des HEEREN, onzes Gods. |
Richteren 13:8 | Toen aanbad Manoach den HEERE vuriglijk, en zeide: Och, HEERE! dat toch de Man Gods, Dien Gij gezonden hebt, weder tot ons kome, en ons lere, wat wij dat knechtje doen zullen, dat geboren zal worden. |
1 Samuel 12:23 | Wat ook mij aangaat, het zij verre van mij, dat ik tegen den HEERE zou zondigen, dat ik zou aflaten voor ulieden te bidden; maar ik zal u den goeden en rechten weg leren. |
1 Samuel 20:20 | Zo zal ik drie pijlen ter zijde schieten, als of ik naar een teken schoot. |