H3577 כָּזָב
leugenspreker, leugenachtig, leugen, leugenachtig (man), bedrieglijk, leugentaal
Psalm 4:3 | Gij, mannen, hoe lang zal mijn eer tot schande zijn? [Hoe lang] zult gij de ijdelheid beminnen, de leugen zoeken? Sela. |
Psalm 5:7 | Gij zult de leugensprekers verdoen; van den man des bloeds en des bedrogs heeft de HEERE een gruwel. |
Psalm 40:5 | Welgelukzalig is de man, die den HEERE tot zijn vertrouwen stelt, en niet omziet naar de hovaardigen, en die tot leugen afwijken. |
Psalm 58:4 | De goddelozen zijn vervreemd van de baarmoeder aan; de leugensprekers dolen van [moeders] buik aan. |
Psalm 62:5 | Zij raadslagen slechts, om [hem] van zijn hoogheid te verstoten; zij hebben behagen in leugen; met hun mond zegenen zij; maar met hun binnenste vloeken zij. Sela. |
Psalm 62:10 | Immers zijn de gemene lieden ijdelheid, de grote lieden zijn leugen; in de weegschaal opgewogen, zouden zij samen [lichter] zijn dan de ijdelheid. |
Spreuken 6:19 | Een vals getuige, [die] leugenen blaast; en die tussen broederen krakelen inwerpt. |
Spreuken 14:5 | Een waarachtig getuige zal niet liegen; maar een vals getuige blaast leugens. |
Spreuken 14:25 | Een waarachtig getuige redt de zielen; maar die leugens blaast, is een bedrieger. |
Spreuken 19:5 | Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugenen blaast, zal niet ontkomen. |
Spreuken 19:9 | Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugenen blaast, zal vergaan. |
Spreuken 19:22 | De wens des mensen is zijn weldadigheid; maar de arme is beter dan een leugenachtig man. |
Spreuken 21:28 | Een leugenachtig getuige zal vergaan; en een man, die hoort, zal spreken tot overwinning. |
Spreuken 23:3 | Laat u niet gelusten zijner smakelijke spijzen, want het is een leugenachtig brood. |
Spreuken 30:8 | Ijdelheid en leugentaal doe verre van mij; armoede of rijkdom geef mij niet; voed mij met het brood mijns bescheiden deels; |
Jesaja 28:15 | Omdat gijlieden zegt: Wij hebben een verbond met den dood gemaakt, en met de hel hebben wij een voorzichtig verdrag gemaakt; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, zal hij tot ons niet komen; want wij hebben de leugen ons tot een toevlucht gesteld, en onder de valsheid hebben wij ons verborgen. |
Jesaja 28:17 | En Ik zal het gericht stellen naar het richtsnoer, en de gerechtigheid naar het paslood; en de hagel zal de toevlucht der leugen wegvagen, en de wateren zullen de schuilplaats overlopen. |
Ezechiel 13:6 | Zij zien ijdelheid en leugenachtige voorzegging, die daar zeggen: De HEERE heeft gesproken, daar de HEERE hen niet gezonden heeft; en zij geven hope van het woord te zullen bevestigen. |
Ezechiel 13:7 | Ziet gij niet een ijdel gezicht, en spreekt een leugenachtige voorzegging, als gij zegt: De HEERE spreekt, daar Ik niet gesproken heb? |
Ezechiel 13:8 | Daarom zo zegt de Heere HEERE: omdat gijlieden ijdelheid spreekt, en leugen ziet; daarom, ziet, Ik [wil] aan u, spreekt de Heere HEERE. |