Jeremia 37:4 | (Want Jeremia was [nog] ingaande en uitgaande in het midden des volks, en zij hadden hem [nog] in het gevangenhuis niet gesteld. |
Jeremia 52:31 | Het geschiedde daarna, in het zeven en dertigste jaar der gevankelijke wegvoering van Jojachin, den koning van Juda, in de twaalfde maand, op den vijf en twintigsten der maand, dat Evilmerodach, de koning van Babel, in het [eerste] jaar zijns koninkrijks, het hoofd van Jojachin, den koning van Juda, verhief, en hem uit het gevangenhuis uitbracht. |