H3724 כֹּפֶר
losprijs, hennabloemen, geschenk, rantsoen, geschenk, dorpen, losgeld, Cyprus, verzoening, pek, asfalt, teer

Bijbelteksten

Genesis 6:14Maak u een ark van goferhout; met kameren zult gij deze ark maken; en gij zult die bepekken van binnen en van buiten met pek.
Exodus 21:30Indien hem losgeld opgelegd wordt, zo zal hij tot lossing zijner ziel geven naar alles, wat hem zal opgelegd worden;
Exodus 30:12Als gij de som van de kinderen Israels opnemen zult, naar de getelden [onder] hen, zo zullen zij een iegelijk de verzoening zijner ziel den HEERE geven, als gij hen tellen zult; opdat onder hen geen plage zij, als gij hen tellen zult.
Numeri 35:31En gij zult geen verzoening nemen voor de ziel des doodslagers, die schuldig is te sterven; want hij zal zekerlijk gedood worden.
Numeri 35:32Ook zult gij geen verzoening nemen voor dien, die gevlucht is naar zijn vrijstad, dat hij zou wederkeren, om te wonen in het land, tot den dood des [hoge]priesters.
1 Samuel 6:18Ook gouden muizen, naar het getal van alle steden der Filistijnen, onder de vijf vorsten, van de vaste steden af tot aan de landvlekken; en tot aan Abel, den groten [steen], op denwelken zij de ark des HEEREN nedergesteld hadden, die tot op dezen dag is op den akker van Jozua, den Beth-semiet.
1 Samuel 12:3Ziet, [hier] ben ik, betuigt tegen mij, voor den HEERE, en voor Zijn gezalfde, wiens os ik genomen heb, en wiens ezel ik genomen heb, en wien ik verongelijkt heb, wien ik onderdrukt heb, en van wiens hand ik een geschenk genomen heb, dat ik mijn ogen van hem zou verborgen hebben; zo zal ik het ulieden wedergeven.
Job 33:24Zo zal Hij hem genadig zijn, en zeggen: Verlos hem, dat hij in het verderf niet nederdale, Ik heb verzoening gevonden.
Job 36:18Omdat er grimmigheid is, [wacht u], dat Hij u misschien niet met een klop wegstote; zodat u een groot rantsoen er niet zou afbrengen.
Psalm 49:8Niemand van hen zal [zijn] broeder immermeer kunnen verlossen; hij zal Gode zijn rantsoen niet kunnen geven;
Spreuken 6:35Hij zal geen verzoening aannemen; en hij zal niet bewilligen, ofschoon gij het geschenk vergroot.
Spreuken 13:8Het rantsoen van ieders ziel is zijn rijkdom; maar de arme hoort het schelden niet.
Spreuken 21:18De goddeloze is een rantsoen voor de rechtvaardigen, en de trouweloze voor de oprechten.
Hooglied 1:14Mijn Liefste is mij een tros van Cyprus, in de wijngaarden van En-gedi.
Hooglied 4:13Uw scheuten zijn een paradijs van granaatappelen, met edele vruchten, cyprus met nardus;
Jesaja 43:3Want Ik ben de HEERE, uw God, de Heilige Israels, uw Heiland; Ik heb Egypte, Morenland en Seba gegeven [tot] uw losgeld in uw plaats.
Amos 5:12Want Ik weet, dat uw overtredingen menigvuldig, en uw zonden machtig vele zijn; zij benauwen den rechtvaardige, nemen zoengeld, en verstoten de nooddruftigen in de poort.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken