H3857 לָהַט
brand in - steken, laaiend, vlam in - zetten, brand, aansteken, brand aan - steken, verzengen, brand
Deuteronomium 32:22 | Want een vuur is aangestoken in Mijn toorn, en zal bernen tot in de onderste hel, en zal het land met zijn inkomst verteren, en de gronden der bergen in vlam zetten. |
Job 41:12 | Zijn adem zou kolen doen vlammen, en een vlam komt uit zijn mond voort. |
Psalm 57:5 | Mijn ziel is in het midden der leeuwen, ik lig [onder] stokebranden, mensenkinderen, welker tanden spiesen en pijlen zijn, en hun tong een scherp zwaard. |
Psalm 83:15 | Gelijk het vuur een woud verbrandt, en gelijk de vlam de bergen aansteekt; |
Psalm 97:3 | Een vuur gaat voor Zijn aangezicht heen, en het steekt Zijn wederpartijen rondom aan brand. |
Psalm 104:4 | Hij maakt Zijn engelen geesten, Zijn dienaars tot een vlammend vuur. |
Psalm 106:18 | En een vuur brandde onder hun vergadering, een vlam stak de goddelozen aan brand. |
Jesaja 42:25 | Daarom heeft Hij over hen uitgestort de grimmigheid Zijns toorns en de macht des oorlogs; en Hij heeft ze rondom in vlam gezet, doch zij merken het niet; en Hij heeft ze in brand gestoken, doch zij nemen het niet ter harte. |
Joel 1:19 | Tot U, o HEERE! roep ik; want een vuur heeft de weiden der woestijn verteerd, en een vlam heeft alle bomen des velds aangestoken. |
Joel 2:3 | Voor hetzelve verteert een vuur, en achter hetzelve brandt een vlam; het land is voor hetzelve als een lusthof, maar achter hetzelve een woeste wildernis, en ook is er geen ontkomen van hetzelve. |
Maleachi 4:1 | Want ziet, die dag komt, brandende als een oven, dan zullen alle hoogmoedigen, en al wie goddeloosheid doet, een stoppel zijn, en de toekomstige dag zal ze in brand zetten, zegt de HEERE der heirscharen, Die hun noch wortel, noch tak laten zal. |