H3925 לָמַד
gewennen geheel -, onderwijzen (, leraar, oefenen (, leren, wennen
Psalm 119:66 | Leer mij een goeden zin en wetenschap, want ik heb aan Uw geboden geloofd. |
Psalm 119:68 | Gij zijt goed en goeddoende; leer mij Uw inzettingen. |
Psalm 119:71 | Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uw inzettingen leerde. |
Psalm 119:73 | Jod. Uw handen hebben mij gemaakt, en bereid; maak mij verstandig, opdat ik Uw geboden lere. |
Psalm 119:99 | Ik ben verstandiger dan al mijn leraars, omdat Uw getuigenissen mijn betrachting zijn. |
Psalm 119:108 | Laat U toch, o HEERE! welgevallen de vrijwillige offeranden mijns monds, en leer mij Uw rechten. |
Psalm 119:124 | Doe bij Uw knecht naar Uw goedertierenheid, en leer mij Uw inzettingen. |
Psalm 119:135 | Doe Uw aangezicht lichten over Uw knecht, en leer mij Uw inzettingen. |
Psalm 119:171 | Mijn lippen zullen [Uw] lof overvloediglijk uitstorten, als Gij mij Uw inzettingen zult geleerd hebben. |
Psalm 132:12 | Indien uw zonen Mijn verbond zullen houden, en Mijn getuigenissen, die Ik hun leren zal; zo zullen ook hun zonen tot in eeuwigheid op uw troon zitten. |
Psalm 143:10 | Leer mij Uw welbehagen doen, want Gij zijt mijn God! Uw goede Geest geleide mij in een effen land. |
Psalm 144:1 | [Een psalm] van David. Gezegend zij de HEERE, mijn Rotssteen, Die mijn handen onderwijst ten strijde, mijn vingeren ten oorlog; |
Spreuken 5:13 | En heb niet gehoord naar de stem mijner onderwijzers, noch mijn oren geneigd tot mijn leraars! |
Spreuken 30:3 | En ik heb geen wijsheid geleerd, noch de wetenschap der heiligen gekend. |
Prediker 12:9 | En voorts, dewijl de prediker wijs geweest is, zo leerde hij het volk nog wetenschap, en merkte op, en onderzocht; hij stelde vele spreuken in orde. |
Hooglied 3:8 | Die altemaal zwaarden houden, geleerd ten oorlog, elk hebbende zijn zwaard aan zijn heup, vanwege den schrik des nachts. |
Hooglied 8:2 | Ik zou U leiden, ik zou U brengen in mijner moeders huis, Gij zoudt mij leren; ik zou U van specerijwijn te drinken geven, en van het sap van mijn granaatappelen. |
Jesaja 1:17 | Leert goed doen, zoekt het recht, helpt den verdrukte, doet den wees recht, handelt de twistzaak der weduwe. |
Jesaja 2:4 | En Hij zal rechten onder de heidenen, en bestraffen vele volken; en zij zullen hun zwaarden slaan tot spaden, en hun spiesen tot sikkelen; het [ene] volk zal tegen het [andere] volk geen zwaard opheffen, en zij zullen geen oorlog meer leren. |
Jesaja 26:9 | [Met] mijn ziel heb ik U begeerd in den nacht, ook zal ik [met] mijn geest, [die] in het binnenste van mij is, U vroeg zoeken; want wanneer Uw gerichten op de aarde zijn, zo leren de inwoners der wereld gerechtigheid. |