H3993 מַאֲרָב
achterlage, hinderlaag

Bijbelteksten

Jozua 8:9Alzo zond Jozua hen heen, en zij gingen naar de achterlage, en zij bleven tussen Beth-el en tussen Ai, tegen het westen van Ai; maar Jozua overnachtte dien nacht in het midden des volks.
Richteren 9:35En Gaal, de zoon van Ebed, ging uit, en stond aan de deur van de stadspoort; en Abimelech rees op, en al het volk, dat met hem was, uit de achterlage.
2 Kronieken 13:13Maar Jerobeam deed een achterlage omwenden, om van achter hen te komen; zo waren zij voor het aangezicht van Juda, en de achterlage was achter hen.
Psalm 10:8Hij zit in de achterlage der hoeven, in verborgene plaatsen doodt hij den onschuldige; zijn ogen verbergen zich tegen den arme.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel