H4191 מוּת
doden

Bijbelteksten

Genesis 2:17Maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven.
Genesis 3:3Maar van de vrucht des booms, die in het midden des hofs is, heeft God gezegd: Gij zult van die niet eten, noch die aanroeren, opdat gij niet sterft.
Genesis 3:4Toen zeide de slang tot de vrouw: Gijlieden zult den dood niet sterven;
Genesis 5:5Zo waren al de dagen van Adam, die hij leefde, negenhonderd jaren, en dertig jaren; en hij stierf.
Genesis 5:8Zo waren al de dagen van Seth negenhonderd en twaalf jaren; en hij stierf.
Genesis 5:11Zo waren al de dagen van Enos negenhonderd en vijf jaren; en hij stierf.
Genesis 5:14Zo waren al de dagen van Kenan negenhonderd en tien jaren; en hij stierf.
Genesis 5:17Zo waren al de dagen van Mahalal-el achthonderd vijf en negentig jaren; en hij stierf.
Genesis 5:20Zo waren al de dagen van Jered negenhonderd twee en zestig jaren; en hij stierf.
Genesis 5:27Zo waren al de dagen van Methusalach negenhonderd negen en zestig jaren; en hij stierf.
Genesis 5:31Zo waren al de dagen van Lamech zevenhonderd zeven en zeventig jaren; en hij stierf.
Genesis 7:22Al wat een adem des geestes des levens in zijn neusgaten had, van alles wat op het droge was, is gestorven.
Genesis 9:29Zo waren al de dagen van Noach negenhonderd en vijftig jaren; en hij stierf.
Genesis 11:28En Haran stierf voor het aangezicht zijns vaders Terah, in het land zijner geboorte, in Ur der Chaldeen.
Genesis 11:32En de dagen van Terah waren tweehonderd en vijf jaren, en Terah stierf te Haran.
Genesis 18:25Het zij verre van U, zulk een ding te doen, te doden den rechtvaardige met den goddeloze! dat de rechtvaardige zij gelijk de goddeloze, verre zij het van U! zou de Rechter der ganse aarde geen recht doen?
Genesis 19:19Zie toch, Uw knecht heeft genade gevonden in Uw ogen, en Gij hebt Uw weldadigheid groot gemaakt, die Gij aan mij gedaan hebt, om mijn ziel te behouden bij het leven; maar ik zal niet kunnen behouden worden naar het gebergte heen, opdat mij niet misschien dat kwaad aankleve, en ik sterve!
Genesis 20:3Maar God kwam tot Abimelech in een droom des nachts, en Hij zeide tot hem: Zie, gij zijt dood om der vrouwe wil, die gij weggenomen hebt; want zij is met een man getrouwd.
Genesis 20:7Zo geef dan nu dezes mans huisvrouw weder; want hij is een profeet, en hij zal voor u bidden, opdat gij leeft; maar zo gij haar niet wedergeeft, weet, dat gij voorzeker sterven zult, gij, en al wat uwes is!
Genesis 23:2En Sara stierf te Kiriath Arba, dat is Hebron, in het land Kanaan; en Abraham kwam om Sara te beklagen, en haar te bewenen.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs