Psalm 3:1 | Een psalm van David, als hij vlood voor het aangezicht van zijn zoon Absalom. |
Psalm 4:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth. |
Psalm 5:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Nechiloth. |
Psalm 6:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth, op de Scheminith. |
Psalm 8:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Gitthith. |
Psalm 9:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Muth-labben. |
Psalm 12:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Scheminith. |
Psalm 13:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester. |
Psalm 15:1 | Een psalm van David. HEERE, wie zal verkeren in Uw tent? Wie zal wonen op den berg Uwer heiligheid? |
Psalm 19:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester. |
Psalm 20:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester. |
Psalm 21:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester. |
Psalm 22:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Aijeleth hasschachar. |
Psalm 23:1 | Een psalm van David. De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken. |
Psalm 24:1 | Een psalm van David. De aarde is des HEEREN, mitsgaders haar volheid, de wereld, en die daarin wonen. |
Psalm 29:1 | Een psalm van David. Geeft den HEERE, gij kinderen der machtigen! geeft den HEERE eer en sterkte. |
Psalm 30:1 | Een psalm, een lied der inwijding van Davids huis. |
Psalm 31:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester. |
Psalm 38:1 | Een psalm van David, om te doen gedenken. |
Psalm 39:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester, voor Jeduthun. |