Daniel 4:11 | De boom werd groot en sterk; en zijn hoogte reikte aan den hemel, en hij werd gezien tot aan het einde der ganse aarde; |
Daniel 4:20 | De boom, dien gij gezien hebt, die groot en sterk geworden was, en wiens hoogte tot aan den hemel reikte, en die over het ganse aardrijk gezien werd; |
Daniel 4:22 | Dat zijt gij, o koning! die groot en sterk zijt geworden; want uw grootheid is zo gewassen, dat zij reikt aan den hemel, en uw heerschappij aan het einde des aardrijks. |
Daniel 4:24 | Dit is de beduiding, o koning! en dit is een besluit des Allerhoogsten, hetwelk over mijn heer, den koning komen zal: |
Daniel 4:28 | Dit alles overkwam den koning Nebukadnezar. |
Daniel 6:25 | Toen beval de koning, en zij brachten die mannen voor, die Daniel overluid beschuldigd hadden, en zij wierpen in den kuil der leeuwen hen, hun kinderen, en hun vrouwen; en zij kwamen niet op den grond des kuils, of de leeuwen heersten over hen, zij vermorzelden ook al hun beenderen. |
Daniel 7:13 | [Verder] zag ik in de nachtgezichten, en ziet, er kwam Een met de wolken des hemels, als eens mensen zoon, en Hij kwam tot den Oude van dagen, en zij deden Hem voor Denzelven naderen. |
Daniel 7:22 | Totdat de Oude van dagen kwam, en het gericht gegeven werd aan de heiligen der hoge [plaatsen], en dat de bestemde tijd kwam, dat de heiligen het Rijk bezaten. |