Richteren 6:26 | En bouw den HEERE, uw God, een altaar, op de hoogte dezer sterkte, in een bekwame plaats; en neem den tweeden var, en offer een brandoffer met het hout der hage, die gij zult hebben afgehouwen. |
2 Samuel 22:33 | God is mijn Sterkte [en] Kracht; en Hij heeft mijn weg volkomen geopend. |
Nehemia 8:11 | Voorts zeide hij tot hen: Gaat, eet het vette, en drinkt het zoete, en zendt delen dengenen, voor welken niets bereid is, want deze dag is onzen Heere heilig; zo bedroeft u niet, want de blijdschap des HEEREN, die is uw sterkte. |
Psalm 27:1 | [Een psalm] van David. De HEERE is mijn Licht en mijn Heil, voor wien zou ik vrezen? De HEERE is mijns levens kracht, voor wien zou ik vervaard zijn? |
Psalm 28:8 | De HEERE is hunlieder Sterkte, en Hij is de Sterkheid der verlossingen Zijns Gezalfden. |
Psalm 31:3 | Neig Uw oor tot mij, red mij haastelijk; wees mij tot een sterken Rotssteen, tot een zeer vast Huis, om mij te behouden. |
Psalm 31:5 | Doe mij uitgaan uit het net, dat zij voor mij verborgen hebben, want Gij zijt mijn Sterkte. |
Psalm 37:39 | [Thau.] Doch het heil der rechtvaardigen is van den HEERE; hun Sterkte ter tijd van benauwdheid. |
Psalm 43:2 | Want Gij zijt de God mijner sterkte; waarom verstoot Gij mij [dan]? Waarom ga ik steeds in het zwart, vanwege des vijands onderdrukking? |
Psalm 52:9 | Ziet den man, [die] God niet stelde tot Zijn Sterkte, maar vertrouwde op de veelheid zijns rijkdoms; hij was sterk geworden door zijn beschadigen. |
Psalm 60:9 | Gilead is mijn, en Manasse is mijn, en Efraim is de sterkte mijns hoofds; Juda is mijn wetgever. |
Psalm 108:9 | Gilead is mijn, Manasse is mijn, en Efraim is de sterkte mijns hoofds; Juda is mijn wetgever. |
Spreuken 10:29 | De weg des HEEREN is voor den oprechte sterkte; maar voor de werkers der ongerechtigheid verstoring. |
Jesaja 17:9 | Te dien dage zullen zijn sterke steden zijn, als een verlaten struik, en opperste tak, welke zij verlaten hebben, om der kinderen Israels wil, hoewel daar verwoesting zal wezen. |
Jesaja 17:10 | Want gij hebt den God uws heils vergeten, en niet gedacht aan den Rotssteen uwer sterkte; daarom zult gij wel liefelijke planten planten, en gij zult hem met uitlandse ranken bezetten; |
Jesaja 23:4 | Word beschaamd, o Sidon! want de zee spreekt, [ja,] de sterkte der zee, zeggende: Ik heb geen barensnood gehad, ik heb ook niet gebaard, en ik heb geen jongelingen groot gemaakt, [en] geen jonge dochters opgebracht. |
Jesaja 23:11 | Hij heeft Zijn hand uitgestrekt over de zee, Hij heeft de koninkrijken beroerd; de HEERE heeft bevel gegeven tegen Kanaan, om haar sterkten te verdelgen. |
Jesaja 23:14 | Huilt, gij schepen van Tarsis! want ulieder sterkte is verstoord. |
Jesaja 25:4 | Want Gij zijt den arme een Sterkte geweest, een Sterkte den nooddruftige, als hem bange was; een Toevlucht tegen den vloed, een Schaduw tegen de hitte; want het blazen der tirannen is als een vloed [tegen] een wand. |
Jesaja 27:5 | Of hij moest Mijn sterkte aangrijpen, hij zal vrede met Mij maken; vrede zal hij met Mij maken. |