Genesis 7:11 | In het zeshonderdste jaar des levens van Noach, in de tweede maand, op den zeventienden dag der maand, op dezen zelfden dag zijn alle fonteinen des groten afgronds opengebroken, en de sluizen des hemels geopend. |
Genesis 8:2 | Ook werden de fonteinen des afgronds, en de sluizen des hemels gesloten, en de plasregen van den hemel werd opgehouden. |
Leviticus 11:36 | Doch een fontein, of put van vergadering der wateren, zal rein zijn; maar wie hun dood aas zal aangeroerd hebben, zal onrein zijn. |
Jozua 15:9 | Daarna zal deze landpale strekken van de hoogte des bergs tot aan de waterfontein Nefthoah, en uitgaan tot de steden van het gebergte Efron. Verder zal deze landpale strekken naar Baala; deze is Kirjath-jearim. |
Jozua 18:15 | De hoek nu ten zuiden is aan het uiterste van Kirjath-jearim; en deze landpale gaat uit ten westen, en zij komt uit aan de fontein der wateren van Neftoah. |
1 Koningen 18:5 | En Achab had gezegd tot Obadja: Trek door het land, tot alle waterfonteinen en tot alle rivieren; misschien zullen wij gras vinden, opdat wij de paarden en de muilezelen in het leven behouden, en niets uitroeien van de beesten. |
2 Koningen 3:19 | En gij zult alle vaste steden, en alle uitgelezene steden slaan, en zult alle goede bomen vellen, en zult alle waterfonteinen stoppen; en alle goede stukken lands zult gij met stenen verderven. |
2 Koningen 3:25 | De steden nu braken zij af, en een iegelijk wierp zijn steen op alle goede stukken lands, en zij vulden ze, en stopten alle waterfonteinen, en velden alle goede bomen, totdat zij in Kir-hareseth [alleen] de stenen daarvan lieten overblijven; en de slingeraars omsingelden en sloegen hen. |
2 Kronieken 32:4 | Want veel volks werd vergaderd, dat al de fonteinen stopte, mitsgaders de beek, die door het midden des lands henenvloeide, zeggende: Waarom zouden de koningen van Assyrie komen, en veel waters vinden? |
Psalm 74:15 | Gij hebt een fontein en beek gekliefd; Gij hebt sterke rivieren uitgedroogd. |
Psalm 84:7 | Als zij door het dal der moerbezienbomen doorgaan, stellen zij Hem tot een fontein; ook zal de regen hen gans rijkelijk overdekken. |
Psalm 87:7 | En de zangers, gelijk de speellieden, [mitsgaders] al mijn fonteinen, zullen binnen u zijn. |
Psalm 104:10 | Die de fonteinen uitzendt door de dalen, dat zij tussen de gebergten henen wandelen. |
Psalm 114:8 | Die den rotssteen veranderde in een watervloed, den keisteen in een waterfontein. |
Spreuken 5:16 | Laat uw fonteinen zich buiten verspreiden, [en] de waterbeken op de straten; |
Spreuken 8:24 | Ik was geboren, als de afgronden nog niet waren, als nog geen fonteinen waren, zwaar van water; |
Spreuken 25:26 | De rechtvaardige, wankelende voor het aangezicht des goddelozen, is een beroerde fontein, en verdorven springader. |
Hooglied 4:12 | Mijn zuster, o bruid! gij zijt een besloten hof, een besloten wel, een verzegelde fontein. |
Hooglied 4:15 | O fontein der hoven, put der levende wateren, die uit Libanon vloeien! |
Jesaja 12:3 | En gijlieden zult water scheppen met vreugde uit de fonteinen des heils; |