Nehemia 11:11 | Seraja, de zoon van Hilkia, den zoon van Mesullam, den zoon van Zadok, den zoon van Merajoth, den zoon van Ahitub, was voorganger van Gods huis; |
Nehemia 12:13 | Van Ezra, Mesullam; van Amarja, Johanan; |
Nehemia 12:16 | Van Iddo, Zacharia; van Ginnethon, Mesullam; |
Nehemia 12:25 | Matthanja en Bakbukja, Obadja, Mesullam, Talmon [en] Akkub, waren poortiers, de wacht waarnemende bij de schatkamers der poorten. |
Nehemia 12:33 | En Azarja, Ezra, en Mesullam, |