H4948 מִשְׁקָל
weigh, weight

Bijbelteksten

Genesis 24:22En het geschiedde, als de kemelen voleindigd hadden te drinken, dat die man een gouden voorhoofdsiersel nam, welks gewicht was een halve sikkel, en twee armringen aan haar handen, welker gewicht was tien [sikkelen] gouds.
Genesis 43:21Het is nu geschied, als wij in de herberg gekomen waren, en wij onze zakken opendeden, zie, zo was ieders mans geld in den mond van zijn zak, ons geld in zijn gewicht; en wij hebben hetzelve wedergebracht in onze hand.
Leviticus 19:35Gij zult geen onrecht doen in het gericht, met de el, met het gewicht, of met de maat.
Leviticus 26:26Als Ik u den staf des broods zal gebroken hebben, dan zullen tien vrouwen uw brood in een oven bakken, en zullen uw brood bij het gewicht wedergeven; en gij zult eten, maar niet verzadigd worden.
Numeri 7:13En zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig [sikkelen]; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;
Numeri 7:19Hij offerde zijn offerande: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig [sikkelen]; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;
Numeri 7:25Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig [sikkelen]; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;
Numeri 7:31Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig [sikkelen]; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;
Numeri 7:37Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig [sikkelen]; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;
Numeri 7:43Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig [sikkelen]; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; beide vol meelbloem gemengd met olie, ten spijsoffer;
Numeri 7:49Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig [sikkelen]; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;
Numeri 7:55Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig [sikkelen]; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;
Numeri 7:61Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig [sikkelen]; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;
Numeri 7:67Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig [sikkelen]; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;
Numeri 7:73Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig [sikkelen]; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;
Numeri 7:79Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig [sikkelen]; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;
Jozua 7:21Want ik zag onder den roof een schoon sierlijk Babylonisch overkleed, en tweehonderd sikkelen zilvers, en een gouden tong, welker gewicht was vijftig sikkelen; en ik kreeg lust daartoe, en ik nam ze; en zie, zij zijn verborgen in de aarde, in het midden mijner tent, en het zilver daaronder.
Richteren 8:26En het gewicht der gouden voorhoofdsierselen, die hij begeerd had, was duizend en zevenhonderd [sikkelen] gouds, zonder de maantjes, en ketenen, en purperen klederen, die de koningen der Midianieten aangehad hadden, en zonder de halsbanden, die aan de halzen hunner kemelen geweest waren.
1 Samuel 17:5En hij had een koperen helm op zijn hoofd, en hij had een schubachtig pantsier aan; en het gewicht van het pantsier was vijf duizend sikkelen kopers;
2 Samuel 12:30En hij nam de kroon haars konings van zijn hoofd af, welker gewicht was een talent gouds, met edelgesteente, en zij werd op Davids hoofd [gezet]; ook voerde hij uit een zeer groten roof der stad.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel