H4976 מַתָּן
gift, geschenk, steekpenning, vrijgevige

Bijbelteksten

Genesis 34:12Vergroot zeer over mij den bruidschat en het geschenk; en ik zal geven, gelijk als gij tot mij zult zeggen; geef mij slechts de jonge dochter tot een vrouw.
Numeri 18:11Ook zal dit het uwe zijn: het hefoffer hunner gave, met alle beweegofferen der kinderen Israels; Ik heb ze aan u gegeven, en aan uw zonen, en aan uw dochteren met u, tot een eeuwige inzetting; al wie in uw huis rein is, zal dat eten.
Spreuken 18:16De gift des mensen maakt hem ruimte, en zij geleidt hem voor het aangezicht der groten.
Spreuken 19:6Velen smeken het aangezicht des prinsen; en een ieder is een vriend desgenen, die giften geeft.
Spreuken 21:14Een gift in het verborgene houdt den toorn onder, en een geschenk in den schoot de sterke grimmigheid.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin