1 Samuel 21:1 | Toen kwam David te Nob, tot den priester Achimelech; en Achimelech kwam bevende David tegemoet, en hij zeide tot hem: Waarom zijt gij alleen, en geen man met u? |
1 Samuel 22:9 | Toen antwoordde Doeg, de Edomiet, die bij de knechten van Saul stond, en zeide: Ik zag den zoon van Isai, komende te Nob, tot Achimelech, den zoon van Ahitub; |
1 Samuel 22:11 | Toen zond de koning heen, om den priester Achimelech, den zoon van Ahitub, te roepen, en zijns vaders ganse huis, de priesters, die te Nob waren; en zij kwamen allen tot den koning. |
1 Samuel 22:19 | Hij sloeg ook Nob, de stad dezer priesters, met de scherpte des zwaards, van den man tot de vrouw, van de kinderen tot de zuigelingen, zelfs de ossen en ezels, en de schapen, [sloeg hij] met de scherpte des zwaards. |
Nehemia 11:32 | Anathoth, Nob, Ananja, |
Jesaja 10:32 | Nog een dag blijft hij te Nob; hij zal zijn hand bewegen [tegen] den berg der dochter van Sion, den heuvel van Jeruzalem. |