H5128 נוּעַ
fugitive, sift, move, shake, promoted, wander

Bijbelteksten

Genesis 4:12Als gij den aardbodem bouwen zult, hij zal u zijn vermogen niet meer geven; gij zult zwervende en dolende zijn op aarde.
Genesis 4:14Zie, Gij hebt mij heden verdreven van den aardbodem, en ik zal voor Uw aangezicht verborgen zijn; en ik zal zwervende en dolende zijn op de aarde, en het zal geschieden, dat al wie mij vindt, mij zal doodslaan.
Exodus 20:18En al het volk zag de donderen, en de bliksemen, en het geluid der bazuin, en den rokenden berg; toen het volk zulks zag, weken zij af, en stonden van verre.
Numeri 32:13Alzo ontstak des HEEREN toorn tegen Israël, en Hij deed hen omzwerven in de woestijn, veertig jaren, totdat verteerd was het ganse geslacht, hetwelk gedaan had, wat kwaad was in de ogen des HEEREN.
Richteren 9:9Maar de olijfboom zeide tot hen: Zoude ik mijn vettigheid verlaten, die God en de mensen in mij prijzen? En zoude ik heengaan om te zweven over de bomen?
Richteren 9:11Maar de vijgeboom zeide tot hen: Zou ik mijn zoetigheid en mijn goede vrucht verlaten? En zou ik heengaan om te zweven over de bomen?
Richteren 9:13Maar de wijnstok zeide tot hen: Zou ik mijn most verlaten, die God en mensen vrolijk maakt? En zou ik heengaan om te zweven over de bomen?
1 Samuel 1:13Want Hanna sprak in haar hart; alleenlijk roerden zich haar lippen, maar haar stem werd niet gehoord; daarom hield Eli haar voor dronken.
2 Samuel 15:20Gisteren zijt gij gekomen, en heden zou ik u met ons omvoeren om te gaan? Zo ik toch gaan moet, waarheen ik gaan kan, keer weder; en breng uw broederen wederom; weldadigheid en trouw zij met u.
2 Koningen 19:21Dit is het woord, dat de HEERE over hem gesproken heeft: De jonkvrouw, de dochter van Sion, veracht u, zij bespot u, de dochter van Jeruzalem schudt het hoofd achter u.
2 Koningen 23:18En hij zeide: Laat hem liggen, dat niemand zijn beenderen verroere. Zo bevrijdden zij zijn beenderen, met de beenderen van den profeet, die uit Samaria gekomen was.
Job 16:4Zou ik ook, als gijlieden, spreken, indien uw ziel ware in mijner ziele plaats? Zou ik woorden tegen u samenhopen, en zou ik over u met mijn hoofd schudden?
Job 28:4Breekt er een beek door, bij dengene, die daar woont, [de wateren] vergeten zijnde van den voet, worden van den mens uitgeput, [en] gaan weg.
Psalm 22:8Allen, die mij zien, bespotten mij; zij steken de lip uit, zij schudden het hoofd, [zeggende:]
Psalm 59:12Dood hen niet, opdat mijn volk [het] niet vergete; doe hen omzwerven door Uw macht, en werp hen neder, o Heere, ons Schild!
Psalm 59:16Laat hen zelfs omzwerven om spijs; en laat hen vernachten, al zijn zij niet verzadigd.
Psalm 107:27Zij dansen en waggelen als een dronken man, en al hun wijsheid wordt verslonden.
Psalm 109:10En dat zijn kinderen hier en daar omzwerven, en bedelen, en [de nooddruft] uit hun verwoeste plaatsen zoeken.
Psalm 109:25Nog ben ik hun een smaad; als zij mij zien, zo schudden zij hun hoofd.
Spreuken 5:6Opdat gij het pad des levens niet zoudt wegen, zijn haar gangen ongestadig, [dat] gij het niet merkt.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken