H5265 נָסַע
went, forward, remove, departed, journey, go away

Bijbelteksten

Numeri 10:12En de kinderen Israels togen op, naar hun tochten, uit de woestijn Sinai; en de wolk bleef in de woestijn Paran.
Numeri 10:13Alzo togen zij vooreerst op, naar den mond des HEEREN, door de hand van Mozes.
Numeri 10:14Want vooreerst toog op de banier van het leger der kinderen van Juda, naar hun heiren; en over zijn heir was Nahesson, de zoon van Amminadab.
Numeri 10:17Toen werd de tabernakel afgenomen, en de zonen van Gerson, en de zonen van Merari togen op, dragende den tabernakel.
Numeri 10:18Daarna toog de banier van het leger van Ruben, naar hun heiren; en over zijn heir was Elizur, de zoon van Sedeur.
Numeri 10:21Toen togen op de Kohathieten, dragende het heiligdom; en [deanderen] richtten den tabernakel op, tegen dat dezen kwamen.
Numeri 10:22Daarna toog op de banier van het leger der kinderen van Efraim, naar hun heiren; en over zijn heir was Elisama, de zoon van Ammihud.
Numeri 10:25Toen toog op de banier van het leger der kinderen van Dan, samensluitende al de legers, naar hun heiren; en over zijn heir was Ahiezer de zoon van Ammisaddai.
Numeri 10:28Dit waren de tochten der kinderen Israels, naar hun heiren, als zij reisden.
Numeri 10:29Mozes nu zeide tot Hobab, den zoon van Rehuel, den Midianiet, den schoonvader van Mozes: Wij reizen naar die plaats, van welke de HEERE gezegd heeft: Ik zal u die geven; ga met ons, en wij zullen u weldoen, want de HEERE heeft over Israel het goede gesproken.
Numeri 10:33Zo togen zij drie dagreizen van den berg des HEEREN; en de ark des verbonds des HEEREN reisde voor hun aangezicht drie dagreizen, om voor hen een rustplaats uit te speuren.
Numeri 10:34En de wolk des HEEREN was des daags over hen, als zij uit het leger verreisden.
Numeri 10:35Het geschiedde nu in het optrekken van de ark, dat Mozes zeide: Sta op, HEERE! en laat Uw vijanden verstrooid worden, en Uw haters van Uw aangezicht vlieden!
Numeri 11:31Toen voer een wind uit van den HEERE, en raapte kwakkelen van de zee, en strooide ze bij het leger, omtrent een dagreize, en omtrent een dagreize derwaarts, rondom het leger; en zij waren omtrent twee ellen boven de aarde.
Numeri 11:35Van Kibroth Thaava verreisde het volk naar Hazeroth; en zij bleven in Hazeroth.
Numeri 12:15Zo werd Mirjam buiten het leger zeven dagen gesloten; en het volk verreisde niet, totdat Mirjam aangenomen werd.
Numeri 12:16Maar daarna verreisde het volk van Hazeroth, en zij legerden zich in de woestijn van Paran.
Numeri 14:25De Amalekieten nu en de Kanaanieten wonen in het dal; wendt u morgen, en maakt uw reize naar de woestijn, op den weg naar de Schelfzee.
Numeri 20:22Toen reisden zij van Kades; en de kinderen Israels kwamen, de ganse vergadering, aan den berg Hor.
Numeri 21:4Toen reisden zij van den berg Hor, op den weg der Schelfzee, dat zij om het land der Edomieten heentogen; doch de ziel des volks werd verdrietig op dezen weg.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin