H5273 נָעִים
sweet thing, pleasant, sweet, pleasures

Bijbelteksten

2 Samuel 1:23Saul en Jonathan, die beminden, en die liefelijken in hun leven, zijn ook in hun dood niet gescheiden; zij waren lichter dan arenden, zij waren sterker dan leeuwen.
2 Samuel 23:1Voorts zijn dit de laatste woorden van David. David, de zoon van Isai zegt, en de man, die hoog is opgericht, de gezalfde van Jakobs God, en liefelijk [in] psalmen van Israel, zegt:
Job 36:11Indien zij horen, en [Hem] dienen, zo zullen zij hun dagen eindigen in het goede, en hun jaren in liefelijkheden.
Psalm 16:6De snoeren zijn mij in liefelijke plaatsen gevallen; ja, een schone erfenis is mij geworden.
Psalm 16:11Gij zult mij het pad des levens bekend maken; verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht; liefelijkheden zijn in Uw rechterhand, eeuwiglijk.
Psalm 81:3Heft een psalm op, en geeft de trommel; de liefelijke harp met de luit.
Psalm 133:1Een lied Hammaaloth, van David. Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het, dat broeders ook samenwonen.
Psalm 135:3Looft den HEERE, want de HEERE is goed; psalmzingt Zijn Naam, want Hij is liefelijk.
Psalm 147:1Looft den HEERE, want onzen God te psalmzingen is goed, dewijl Hij liefelijk is; de lof is betamelijk.
Spreuken 22:18Want het is liefelijk, als gij die in uw binnenste bewaart; zij zullen samen op uw lippen gepast worden.
Spreuken 23:8Uw bete, die gij gegeten hebt, zoudt gij uitspuwen; en gij zoudt uw liefelijke woorden verderven.
Spreuken 24:4En door wetenschap worden de binnenkameren vervuld met alle kostelijk en liefelijk goed.
Hooglied 1:16Zie, gij zijt schoon, mijn Liefste, ja, liefelijk; ook groent onze bedstede.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen