H5276 נָעֵם
beauty, pleasant, delight, sweet
Genesis 49:15 | Toen hij de rust zag, dat zij goed was, en het land, dat het lustig was, zo boog hij zijn schouder om te dragen, en was dienende onder cijns. |
2 Samuel 1:26 | Ik ben benauwd om uwentwil, mijn broeder Jonathan! Gij waart mij zeer liefelijk; uw liefde was mij wonderlijker dan liefde der vrouwen. |
Psalm 141:6 | Hun rechters zijn aan de zijde der steenrots vrijgelaten geweest, en hebben gehoord mijn redenen, dat zij aangenaam waren. |
Spreuken 2:10 | Als de wijsheid in uw hart zal gekomen zijn, en de wetenschap voor uw ziel zal liefelijk zijn; |
Spreuken 9:17 | De gestolen wateren zijn zoet, en het verborgen brood is liefelijk. |
Spreuken 24:25 | Maar voor degenen, die [hem] bestraffen, zal liefelijkheid zijn; en de zegen des goeds zal op hem komen. |
Hooglied 7:6 | Hoe schoon zijt gij, en hoe liefelijk zijt gij, o liefde, in wellusten! |
Ezechiel 32:19 | Boven wien zijt gij liefelijk! Daal neder, en leg u bij de onbesnedenen. |