H5362 נָקַף
compass about, go round about, compass, go about
Leviticus 19:27 | Gij zult de hoeken uws hoofds niet rond afscheren; ook zult gij de hoeken uws baards niet verderven. |
Jozua 6:3 | Gij dan allen, die krijgslieden zijt, zult rondom de stad gaan, de stad omringende eenmaal; alzo zult gij doen zes dagen lang. |
Jozua 6:11 | En hij deed de ark des HEEREN rondom de stad gaan, omringende [dezelve] eenmaal; toen kwamen zij [weder] in het leger, en vernachtten in het leger. |
1 Koningen 7:24 | En onder haar rand waren knoppen, dezelve rondom omsingelende, tien in een el, omringende die zee rondom; twee rijen dezer knoppen waren in haar gieting gegoten. |
2 Koningen 6:14 | Toen zond hij daarhenen paarden, en wagenen, en een zwaar heir; welke des nachts kwamen, en omsingelden de stad. |
2 Koningen 11:8 | En gij zult den koning rondom omsingelen, een ieder met zijn wapenen in zijn hand, en hij, die tussen de ordeningen intreedt, zal gedood worden; en zijt gij bij den koning, als hij uitgaat, en als hij inkomt. |
2 Kronieken 4:3 | Onder dezelve nu was de gelijkenis van runderen, rondom henen, die omsingelende, tien in een el, omringende de zee rondom; twee rijen dezer runderen waren in haar gieting gegoten. |
2 Kronieken 23:7 | De Levieten nu zullen de koning rondom omsingelen, een ieder met zijn wapenen in zijn hand; en die tot het huis inkomt, zal gedood worden; doch weest gijlieden bij den koning, als hij inkomt en uitgaat. |
Job 1:5 | Het geschiedde dan, als de dagen der maaltijden omgegaan waren, dat Job henenzond, en hen heiligde en des morgens vroeg opstond, en brandofferen offerde [naar] hun aller getal; want Job zeide: Misschien hebben mijn kinderen gezondigd, en God in hun hart gezegend. Alzo deed Job al die dagen. |
Job 19:6 | Weet nu, dat God mij heeft omgekeerd, en mij [met] Zijn net omsingeld. |
Job 19:26 | En als zij na mijn huid dit doorknaagd zullen hebben, zal ik uit mijn vlees God aanschouwen; |
Psalm 17:9 | Voor het aangezicht der goddelozen, die mij verwoesten, mijner doodsvijanden, die mij omringen. |
Psalm 22:17 | Want honden hebben mij omsingeld; een vergadering van boosdoeners heeft mij omgeven; zij hebben mijn handen en mijn voeten doorgraven. |
Psalm 48:13 | Gaat rondom Sion, en omringt haar; telt haar torens; |
Psalm 88:18 | Den gansen dag omringen zij mij als water; te zamen omgeven zij mij. |
Jesaja 10:34 | En Hij zal met ijzer de verwarde struiken des wouds omhouwen; en de Libanon zal vallen door den Heerlijke. |
Jesaja 15:8 | Want dat geschreeuw zal omgaan door de landpale van Moab, haar gehuil tot Eglaim toe, ja, tot Beer-elim toe zal haar gehuil zijn. |
Jesaja 29:1 | Wee Ariel, Ariel! de stad, [waarin] David gelegerd heeft; doet jaar tot jaar; laat ze feestofferen slachten. |
Klaagliederen 3:5 | [Beth.] Hij heeft tegen mij gebouwd, en Hij heeft [mij met] galle en moeite omringd. |