H5492 סוּפָה
Sufah, Suphah, wervelwind, draaiwind, storm
Numeri 21:14 | (Daarom wordt gezegd in het boek van de oorlogen des HEEREN: Tegen Waheb, in een wervelwind, en tegen de beken Arnon), |
Job 21:18 | Dat zij gelijk stro worden voor den wind, en gelijk kaf, dat de wervelwind wegsteelt; |
Job 27:20 | Verschrikkingen zullen hem als wateren aangrijpen; des nachts zal hem een wervelwind wegstelen. |
Job 37:9 | Uit de binnenkamer komt de wervelwind, en van de verstrooiende [winden] de koude. |
Psalm 83:16 | Vervolg hen alzo met Uw onweder, en verschrik hen met Uw draaiwind. |
Spreuken 1:27 | Wanneer uw vreze komt gelijk een verwoesting, en uw verderf aankomt als een wervelwind; wanneer u benauwdheid en angst overkomt; |
Spreuken 10:25 | Gelijk een wervelwind voorbijgaat, alzo is de goddeloze niet [meer]; maar de rechtvaardige is een eeuwige grondvest. |
Jesaja 5:28 | Welker pijlen scherp zullen zijn, en al hun bogen gespannen; hunner paarden hoeven zullen als een rots geacht zijn, en hun raderen als een wervelwind. |
Jesaja 17:13 | De natien zullen [wel] ruisen, gelijk grote wateren ruisen; doch Hij zal hem schelden, zo zal hij verre wegvlieden, ja, hij zal gejaagd worden, als het kaf der bergen van den wind, en gelijk een kloot van den wervelwind. |
Jesaja 21:1 | De last der woestijn aan de zee. Gelijk de wervelwinden in het zuiden henen doorgaan, zal hij uit de woestijn komen, uit een vreselijk land. |
Jesaja 29:6 | Gij zult van den HEERE der heirscharen bezocht worden met donder, en met aardbeving, en groot geluid, [met] wervelwind, en onweder, en de vlam eens verterenden vuurs. |
Jesaja 66:15 | Want ziet, de HEERE zal met vuur komen, en Zijn wagenen als een wervelwind; om met grimmigheid Zijn toorn hiertoe te wenden, en Zijn schelding met vuurvlammen. |
Jeremia 4:13 | Ziet, hij komt op als wolken, en zijn wagenen zijn als een wervelwind, zijn paarden zijn sneller dan arenden; wee ons, want wij zijn verwoest! |
Hosea 8:7 | Want zij hebben wind gezaaid, en zullen een wervelwind maaien; het zal geen staande koren hebben, het uitspruitsel zal geen meel maken; of het misschien maakte, vreemden zullen het verslinden. |
Amos 1:14 | Daarom zal Ik een vuur aansteken in den muur van Rabba, dat zal haar paleizen verteren; met een gejuich ten dage des strijds, met een onweder ten dage des wervelwinds. |
Nahum 1:3 | De HEERE is lankmoedig, doch van grote kracht, en Hij houdt [den schuldige] geenszins onschuldig. Des HEEREN weg is in wervelwind, en in storm, en de wolken zijn het stof Zijner voeten. |