H5518 סִיר
pot, pan, doorn, vishaak

Bijbelteksten

Jeremia 52:19En de overste der trawanten nam weg de schalen, en de wierookvaten, en de sprengbekkens, en de potten, en de kandelaars, en de rookschalen, en de kroezen; wat geheel goud, en wat geheel zilver was.
Ezechiel 11:3Die zeggen: Men moet geen huizen nabij bouwen; deze [stad] zou de pot, en wij het vlees zijn.
Ezechiel 11:7Daarom, zo zegt de Heere HEERE: Uw verslagenen, die gij in het midden derzelve nedergelegd hebt, die zijn dat vlees, en deze [stad] is de pot; maar ulieden zal Ik uit het midden derzelve doen uitgaan.
Ezechiel 11:11Deze [stad] zal ulieden niet tot een pot zijn, en gij zult in het midden derzelve [niet] tot vlees zijn; in de landpale Israels zal Ik u richten.
Ezechiel 24:3En gebruik een gelijkenis tot dat wederspannig huis, en zeg tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Zet een pot toe, zet [hem] toe, en giet ook water daarin.
Ezechiel 24:6Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Wee der bloedstad, den pot, welks schuim in hem is, en van welken zijn schuim in hem is, en van welken zijn schuim niet is uitgegaan! trek stuk bij stuk daaruit, en laat het lot over hem niet vallen.
Hosea 2:5Daarom, ziet, Ik zal uw weg met doornen betuinen, en Ik zal een heiningmuur maken, dat zij haar paden niet zal vinden.
Amos 4:2De Heere HEERE heeft gezworen bij Zijn heiligheid, dat er, ziet, dagen over ulieden zullen komen, dat men u zal optrekken met haken, en uw nakomelingen met visangelen.
Micha 3:3Ja, zij zijn het, die het vlees mijns volks eten, en hun huid afstropen, en hun beenderen verbreken; en vaneen leggen, gelijk als in een pot, en als vlees in het midden eens ketels.
Nahum 1:10Dewijl zij in elkander gevlochten zijn als doornen, en dronken zijn, gelijk zij plegen dronken te zijn, zo worden zij volkomen verteerd, als een dorre stoppel.
Zacharia 14:20Te dien dage zal op de bellen der paarden staan: DE HEILIGHEID DES HEEREN. En de potten in het huis des HEEREN zullen zijn als de sprengbekkens voor het altaar;
Zacharia 14:21Ja, al de potten in Jeruzalem en in Juda zullen den HEERE der heirscharen heilig zijn, zodat allen, die offeren willen, zullen komen, en van dezelve nemen, en in dezelve koken; en er zal geen Kanaaniet meer zijn, in het huis des HEEREN der heirscharen, te dien dage.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs