Deuteronomium 33:21 | En hij heeft zich van het eerste voorzien, omdat hij aldaar [in] het deel des wetgevers bedekt was; daarom kwam hij met de hoofden des volks; hij verrichtte de gerechtigheid des HEEREN, en zijn gerichten met Israël. |
1 Koningen 6:9 | Alzo bouwde hij het huis, en volmaakte het; en bedekte dat huis met gewelven en rijen van cederen. |
1 Koningen 7:3 | En het was bedekt met ceder van boven op de ribben, die op vijf en veertig pilaren waren, vijftien in een rij. |
1 Koningen 7:7 | Ook maakte hij een voorhuis voor den troon, alwaar hij richtte, tot een voorhuis des gerichts, dat met ceder bedekt was, van vloer tot vloer. |
Jeremia 22:14 | Die daar zegt: Ik zal mij een zeer hoog huis bouwen, en doorluchtige opperzalen; en hij houwt zich vensteren uit, en het is bedekt met ceder, en aangestreken met menie. |
Haggai 1:4 | Is het voor ulieden wel de tijd, dat gij woont in uw gewelfde huizen, en zal dit huis woest zijn? |