H5643 סֵתֶר
secret, secretly, hiding place, secret place, covert
Deuteronomium 13:6 | Wanneer uw broeder, de zoon uwer moeder, of uw zoon, of uw dochter, of de vrouw van uw schoot, of uw vriend, die als uw ziel is, u zal aanporren in het heimelijke, zeggende: Laat ons gaan, en dienen andere goden, die gij niet gekend hebt, gij noch uw vaderen; |
Deuteronomium 27:15 | Vervloekt zij de man, die een gesneden of gegoten beeld, een gruwel des HEEREN, een werk van 's werkmeesters handen, zal maken, en zetten in het verborgene! En al het volk zal antwoorden en zeggen: Amen. |
Deuteronomium 27:24 | Vervloekt zij, die zijn naaste in het verborgene verslaat! En al het volk zal zeggen: Amen. |
Deuteronomium 28:57 | En dat om haar nageboorte, die van tussen haar voeten uitgegaan zal zijn, en om haar zonen, die zij gebaard zal hebben; want zij zal hen eten in het verborgene, vermits gebrek van alles; in de belegering en in de benauwing, waarmede uw vijand u zal benauwen in uw poorten. |
Deuteronomium 32:38 | Welker slachtofferen vet zij aten, welker drankofferen wijn zij dronken; dat zij opstaan en u helpen, dat er verberging voor u zij. |
Richteren 3:19 | Maar hijzelf keerde wederom van de gesneden beelden, die bij Gilgal waren, en zeide: Ik heb een heimelijke zaak aan u, o koning! dewelke zeide: Zwijg! En allen, die om hem stonden, gingen van hem uit. |
1 Samuel 19:2 | En Jonathan verkondigde het David, zeggende: Mijn vader Saul zoekt u te doden; nu dan, wacht u toch des morgens, en blijf in het verborgene, en versteek u. |
1 Samuel 25:20 | Het geschiedde nu, toen zij op den ezel reed, en dat zij afkwam in het verborgene des bergs, en ziet, David en zijn mannen kwamen af haar tegemoet, en zij ontmoette hen. |
2 Samuel 12:12 | Want gij hebt het in het verborgen gedaan; maar Ik zal deze zaak doen voor gans Israel, en voor de zon. |
Job 13:10 | Hij zal u gewisselijk bestraffen, zo gij in het verborgene het aangezicht aanneemt. |
Job 22:14 | De wolken zijn Hem een verberging, dat Hij niet ziet; en Hij bewandelt den omgang der hemelen. |
Job 24:15 | Ook neemt het oog des overspelers de schemering waar, zeggende: Geen oog zal mij zien; en hij legt een deksel op het aangezicht. |
Job 31:27 | En mijn hart verlokt is geweest in het verborgen, dat mijn hand mijn mond gekust heeft; |
Job 40:16 | Onder schaduwachtige bomen ligt hij neder, in een schuilplaats des riets en des slijks. |
Psalm 18:12 | Duisternis zette Hij tot Zijn verberging; rondom Hem was Zijn tent, duisterheid der wateren, wolken des hemels. |
Psalm 27:5 | Want Hij versteekt mij in Zijn hut, ten dage des kwaads; Hij verbergt mij in het verborgene Zijner tent; Hij verhoogt mij op een rotssteen. |
Psalm 31:21 | Gij verbergt hen in het verborgene Uws aangezichts voor de hoogmoedigheden des mans; Gij versteekt hen in een hut voor den twist der tongen. |
Psalm 32:7 | Gij zijt mij een Verberging; Gij behoedt mij voor benauwdheid; Gij omringt mij met vrolijke gezangen van bevrijding. Sela. |
Psalm 61:5 | Ik zal in Uw hut verkeren [in] eeuwigheden; ik zal mijn toevlucht nemen in het verborgene Uwer vleugelen. Sela. |
Psalm 81:8 | In de benauwdheid riept gij, en Ik hielp u uit; Ik antwoordde u uit de schuilplaats des donders; Ik beproefde u aan de wateren van Meriba. Sela. |