H5688 עֲבֹת
chains, cords, wreathen, rope, boughs, band

Bijbelteksten

Exodus 28:14En twee ketentjes van louter goud; gelijk-eindigende zult gij die maken, gedraaid werk; en de gedraaide ketentjes zult gij aan de kastjes hechten.
Exodus 28:22Gij zult ook aan den borstlap gelijk-eindigende ketentjes van gedraaid werk uit louter goud maken.
Exodus 28:24Dan zult gij de twee gedraaide gouden [ketentjes] in de twee ringen doen, aan de einden van den borstlap.
Exodus 28:25Maar de twee einden der twee gedraaide [ketentjes] zult gij aan die twee kastjes doen; en gij zult ze zetten aan de schouderbanden van den efod, recht op de voorste zijde van dien.
Exodus 39:15Zij maakten ook aan den borstlap gelijk-eindigende ketentjes, van gedraaid werk, uit louter goud.
Exodus 39:17En zij zetten de twee gedraaide gouden ketentjes aan de twee ringen, aan de einden van den borstlap.
Exodus 39:18Doch de twee [andere] einden der twee gedraaide [ketenen] zetten zij aan de twee kastjes, en zij zetten ze aan de schouderbanden des efods, recht op de voorste zijde van dien.
Richteren 15:13En zij spraken tot hem, zeggende: Neen, maar wij zullen u wel binden, en u in hunlieder hand overgeven; doch wij zullen u geenszins doden. En zij bonden hem met twee nieuwe touwen, en voerden hem op van de rots.
Richteren 15:14Als hij kwam tot Lechi, zo juichten de Filistijnen hem tegemoet; maar de Geest des HEEREN werd vaardig over hem; en de touwen, die aan zijn armen waren, werden als linnen draden, die van het vuur gebrand zijn, en zijn banden versmolten van zijn handen.
Richteren 16:11En hij zeide tot haar: Indien zij mij vastbonden met nieuwe touwen, met dewelke geen werk gedaan is, zo zou ik zwak worden, en wezen als een ander mens.
Richteren 16:12Toen nam Delila nieuwe touwen, en bond hem daarmede, en zeide tot hem: De Filistijnen over u, Simson! (De achterlage nu was zittende in een kamer.) Toen verbrak hij ze van zijn armen als een draad.
Job 39:13Zult gij den eenhoorn met zijn touw aan de voren binden? Zal hij de laagten achter u eggen?
Psalm 2:3Laat ons hun banden verscheuren, en hun touwen van ons werpen.
Psalm 118:27De HEERE is God, Die ons licht gegeven heeft. Bindt het feest[offer] met touwen tot aan de hoornen van het altaar.
Psalm 129:4De HEERE, Die rechtvaardig is, heeft de touwen der goddelozen afgehouwen.
Jesaja 5:18Wee dengenen, die de ongerechtigheid trekken met koorden der ijdelheid, en de zonde als [met] dikke wagenzelen!
Ezechiel 3:25Want u aangaande, mensenkind, ziet, zij zouden dikke touwen aan u leggen, en zij zouden u daarmede binden; daarom zult gij niet uitgaan in het midden van hen.
Ezechiel 4:8En ziet, Ik zal dikke touwen aan u leggen, dat gij u niet omkeert van uw [ene] zijde tot uw [andere] zijde, totdat gij de dagen uwer belegering voleind hebt.
Ezechiel 19:11En hij had sterke roeden tot scepteren der heersers, en de stam van elke [roede] werd hoog tussen de dichte takken; en hij werd gezien door zijn hoogte, met de menigte zijner takken.
Ezechiel 31:3Zie, Assur was een ceder op den Libanon, schoon van takken, schaduwachtig van loof, en hoog van stam, en zijn top was tussen dichte takken.

Mede mogelijk dankzij