H5774 עוּף
(fly, brandish, faint, shine forth, , flee...) away, fly

Bijbelteksten

Genesis 1:20En God zeide: Dat de wateren overvloediglijk voortbrengen een gewemel van levende zielen; en het gevogelte vliege boven de aarde, in het uitspansel des hemels!
Deuteronomium 4:17De gedaante van enig beest, dat op de aarde is; de gedaante van enigen gevleugelden vogel, die door den hemel vliegt;
Richteren 3:23Toen ging Ehud uit van de voorzaal, en sloot de deuren der opperzaal voor zich toe, en deed [ze] in het slot.
Richteren 4:21Daarna nam Jael, de huisvrouw van Heber, een nagel der tent, en greep een hamer in haar hand, en ging stilletjes tot hem in, en dreef den nagel in den slaap zijns hoofds, dat hij in de aarde vast werd; hij nu was met een diepen slaap bevangen en vermoeid, en stierf.
1 Samuel 14:28Toen antwoordde een man uit het volk, en zeide: Uw vader heeft het volk zwaarlijk bezworen, zeggende: Vervloekt zij de man, die heden brood eet! Daarom bezwijkt het volk.
1 Samuel 14:31Doch zij sloegen te dien dage de Filistijnen van Michmas tot Ajalon; en het volk was zeer moede.
2 Samuel 21:15Voorts hadden de Filistijnen nog een krijg tegen Israel. En David toog af, en zijn knechten met hem, en streden tegen de Filistijnen, dat David moede werd.
2 Samuel 22:11En Hij voer op een cherub, en vloog, en werd gezien op de vleugelen des winds.
Job 5:7Maar de mens wordt tot moeite geboren; gelijk de spranken der vurige kolen zich verheffen [tot] vliegen.
Job 11:17Ja, [uw] tijd zal klaarder dan de middag oprijzen; gij zult uitvliegen, als de morgenstond zult gij zijn.
Job 20:8Hij zal wegvlieden als een droom, dat men hem niet vinden zal, en hij zal verjaagd worden als een gezicht des nachts.
Psalm 18:11En Hij voer op een cherub, en vloog; ja, Hij vloog snellijk op de vleugelen des winds.
Psalm 55:7Zodat ik zeg: Och, dat mij iemand vleugelen, als ener duive, gave! ik zou henenvliegen, waar ik blijven mocht.
Psalm 90:10Aangaande de dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren, of, zo wij zeer sterk zijn, tachtig jaren; en het uitnemendste van die is moeite en verdriet; want het wordt snellijk afgesneden, en wij vliegen daarheen.
Psalm 91:5Gij zult niet vrezen voor den schrik des nachts, voor den pijl, die des daags vliegt;
Spreuken 23:5Zult gij uw ogen laten vliegen op hetgeen niets is? Want het zal zich gewisselijk vleugelen maken gelijk een arend, die naar den hemel vliegt.
Spreuken 26:2Gelijk een mus is tot wegzweven, gelijk een zwaluw tot vervliegen, alzo zal een vloek, die zonder oorzaak is, niet komen.
Jesaja 6:2De serafs stonden boven Hem; een iegelijk had zes vleugelen; met twee bedekte [ieder] zijn aangezicht, en met twee bedekte hij zijn voeten, en met twee vloog hij.
Jesaja 6:6Maar een van de serafs vloog tot mij, en had een gloeiende kool in zijn hand, [die] hij met de tang van het altaar genomen had.
Jesaja 11:14Maar zij zullen den Filistijnen op den schouder vliegen tegen het westen, [en] zij zullen te zamen die van het oosten beroven; [aan] Edom en Moab zullen zij hun handen slaan, en de kinderen Ammons zullen hun gehoorzaam zijn.

Mede mogelijk dankzij