Genesis 2:18 | Ook had de HEERE God gesproken: Het is niet goed, dat de mens alleen zij; Ik zal hem een hulpe maken, [die] als tegen hem over zij. |
Genesis 2:20 | Zo had Adam genoemd de namen van al het vee, en van het gevogelte des hemels, en van al het gedierte des velds; maar voor den mens vond hij geen hulpe, [die] als tegen hem over ware. |
Exodus 18:4 | En de naam des anderen was Eliezer, want, [zeide hij], de God mijns vaders is tot mijn Hulpe geweest, en heeft mij verlost van Farao's zwaard. |
Deuteronomium 33:7 | En dit is van Juda, dat hij zeide: Hoor, HEERE! de stem van Juda! en breng hem weder tot zijn volk; zijn handen moeten hem genoegzaam zijn, en zijt Gij [hem] een Hulp tegen zijn vijanden! |
Deuteronomium 33:26 | Niemand is er gelijk God, o Jeschurun! Die op den hemel vaart tot uw hulp, en met Zijn hoogheid op de bovenste wolken. |
Deuteronomium 33:29 | Welgelukzalig zijt gij, o Israel! wie is u gelijk? gij zijt een volk, verlost door den HEERE, het Schild uwer hulp, en Die een Zwaard is uwer hoogheid; daarom zullen zich uw vijanden geveinsdelijk aan u onderwerpen, en gij zult op hun hoogten treden! |
Psalm 20:3 | Hij zende uw hulp uit het heiligdom, en ondersteune u uit Sion. |
Psalm 33:20 | Onze ziel verbeidt den HEERE; Hij is onze Hulp en ons Schild. |
Psalm 70:6 | Doch ik ben ellendig en nooddruftig; o God, haast U tot mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; HEERE, vertoef niet! |
Psalm 89:20 | Toen hebt Gij in een gezicht gesproken van Uw heilige, en gezegd: Ik heb hulp besteld bij een held; Ik heb een verkorene uit het volk verhoogd. |
Psalm 115:9 | Israel! vertrouw gij op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild. |
Psalm 115:10 | Gij huis van Aaron! vertrouw op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild. |
Psalm 115:11 | Gijlieden, die den HEERE vreest! vertrouwt op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild. |
Psalm 121:1 | Een lied Hammaaloth. Ik hef mijn ogen op naar de bergen, van waar mijn hulp komen zal. |
Psalm 121:2 | Mijn hulp is van den HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft. |
Psalm 124:8 | Onze hulp is in den Naam des HEEREN, Die hemel en aarde gemaakt heeft. |
Psalm 146:5 | Welgelukzalig is hij, die den God Jakobs tot zijn Hulp heeft, wiens verwachting op den HEERE, zijn God is; |
Jesaja 30:5 | Hij zal hen allen beschaamd maken door een volk, dat hun geen nut kan doen, noch tot hulp, noch tot voordeel, maar tot schande en ook tot smaadheid zijn zal. |
Ezechiel 12:14 | En allen, die rondom hem zijn [tot] zijn hulp, en al zijn benden zal Ik in alle winden verstrooien; en Ik zal het zwaard achter hen uittrekken. |
Daniel 11:34 | Als zij nu zullen vallen, zullen zij met een kleine hulp geholpen worden; doch velen zullen zich door vleierijen tot hen vervoegen. |