H5828 עֵזֶר
helper

Bijbelteksten

Genesis 2:18Ook had de HEERE God gesproken: Het is niet goed, dat de mens alleen zij; Ik zal hem een hulpe maken, [die] als tegen hem over zij.
Genesis 2:20Zo had Adam genoemd de namen van al het vee, en van het gevogelte des hemels, en van al het gedierte des velds; maar voor den mens vond hij geen hulpe, [die] als tegen hem over ware.
Exodus 18:4En de naam des anderen was Eliezer, want, [zeide hij], de God mijns vaders is tot mijn Hulpe geweest, en heeft mij verlost van Farao's zwaard.
Deuteronomium 33:7En dit is van Juda, dat hij zeide: Hoor, HEERE! de stem van Juda! en breng hem weder tot zijn volk; zijn handen moeten hem genoegzaam zijn, en zijt Gij [hem] een Hulp tegen zijn vijanden!
Deuteronomium 33:26Niemand is er gelijk God, o Jeschurun! Die op den hemel vaart tot uw hulp, en met Zijn hoogheid op de bovenste wolken.
Deuteronomium 33:29Welgelukzalig zijt gij, o Israel! wie is u gelijk? gij zijt een volk, verlost door den HEERE, het Schild uwer hulp, en Die een Zwaard is uwer hoogheid; daarom zullen zich uw vijanden geveinsdelijk aan u onderwerpen, en gij zult op hun hoogten treden!
Psalm 20:3Hij zende uw hulp uit het heiligdom, en ondersteune u uit Sion.
Psalm 33:20Onze ziel verbeidt den HEERE; Hij is onze Hulp en ons Schild.
Psalm 70:6Doch ik ben ellendig en nooddruftig; o God, haast U tot mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; HEERE, vertoef niet!
Psalm 89:20Toen hebt Gij in een gezicht gesproken van Uw heilige, en gezegd: Ik heb hulp besteld bij een held; Ik heb een verkorene uit het volk verhoogd.
Psalm 115:9Israel! vertrouw gij op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild.
Psalm 115:10Gij huis van Aaron! vertrouw op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild.
Psalm 115:11Gijlieden, die den HEERE vreest! vertrouwt op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild.
Psalm 121:1Een lied Hammaaloth. Ik hef mijn ogen op naar de bergen, van waar mijn hulp komen zal.
Psalm 121:2Mijn hulp is van den HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft.
Psalm 124:8Onze hulp is in den Naam des HEEREN, Die hemel en aarde gemaakt heeft.
Psalm 146:5Welgelukzalig is hij, die den God Jakobs tot zijn Hulp heeft, wiens verwachting op den HEERE, zijn God is;
Jesaja 30:5Hij zal hen allen beschaamd maken door een volk, dat hun geen nut kan doen, noch tot hulp, noch tot voordeel, maar tot schande en ook tot smaadheid zijn zal.
Ezechiel 12:14En allen, die rondom hem zijn [tot] zijn hulp, en al zijn benden zal Ik in alle winden verstrooien; en Ik zal het zwaard achter hen uittrekken.
Daniel 11:34Als zij nu zullen vallen, zullen zij met een kleine hulp geholpen worden; doch velen zullen zich door vleierijen tot hen vervoegen.

Mede mogelijk dankzij