H5988 עַמִּיאֵל
Ammiel

Bijbelteksten

Numeri 13:12Van den stam van Dan, Ammiel, de zoon van Gemalli.
2 Samuel 9:4En de koning zeide tot hem: Waar is hij? En Ziba zeide tot den koning: Zie, hij is in het huis van Machir, den zoon van Ammiel, te Lodebar.
2 Samuel 9:5Toen zond de koning David heen, en hij nam hem uit het huis van Machir, den zoon van Ammiel, van Lodebar.
2 Samuel 17:27En het geschiedde, als David te Mahanaim gekomen was, dat Sobi, de zoon van Nahas, van Rabba der kinderen Ammons, en Machir, de zoon van Ammiel, van Lodebar, en Barzillai, de Gileadiet, van Rogelim,
1 Kronieken 3:5Dezen nu zijn hem te Jeruzalem geboren: Simea, en Sobab, en Nathan, en Salomo; [deze] vier zijn van Bath-sua, de dochter van Ammiel;
1 Kronieken 26:5Ammiel de zesde, Issaschar de zevende, Peullethai de achtste; want God had hem gezegend.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech