Klaagliederen 4:1 | [Aleph.] Hoe is het goud [zo] verdonkerd, het goede fijne goud [zo] veranderd! [Hoe] zijn de stenen des heiligdoms vooraan op alle straten verworpen! |
Ezechiel 28:3 | Zie, gij zijt wijzer dan Daniel; zij hebben niets toegeslotens voor u verborgen. |
Ezechiel 31:8 | De cederen in Gods hof verduisterden hem niet, de dennebomen waren zijn takken niet gelijk, en de kastanjebomen waren niet gelijk zijn scheuten; geen boom in Gods hof was hem gelijk in zijn schoonheid. |