H6041 עָנִי
variant, lowly, poor, afflicted, man
Exodus 22:25 | Indien gij Mijn volk, dat bij u arm is, geld leent, zo zult gij tegen hetzelve niet zijn, als een woekeraar; gij zult op hetzelve geen woeker leggen. |
Leviticus 19:10 | Insgelijks zult gij uw wijngaard niet nalezen, en de afgevallen bezien van uw wijngaard niet opzamelen; den arme en den vreemdeling zult gij die overlaten; Ik ben de HEERE, uw God! |
Leviticus 23:22 | Als gij nu den oogst uws lands zult inoogsten, gij zult, in uw inoogsten, den hoek des velds niet ganselijk afmaaien, en de opzameling van uw oogst niet opzamelen; voor den arme en voor den vreemdeling zult gij ze laten; Ik ben de HEERE, uw God! |
Deuteronomium 15:11 | Want de arme zal niet ophouden uit het midden des lands; daarom gebiede ik u, zeggende: Gij zult uw hand mildelijk opendoen aan uw broeder, aan uw bedrukten en aan uw armen in uw land. |
Deuteronomium 24:12 | Doch indien hij een arm man is, zo zult gij met zijn pand niet nederliggen. |
Deuteronomium 24:14 | Gij zult den armen en nooddruftigen dagloner niet verdrukken, die uit uw broederen is, of uit uw vreemdelingen, die in uw land en in uw poorten zijn. |
Deuteronomium 24:15 | Op zijn dag zult gij zijn loon geven, en de zon zal daarover niet ondergaan; want hij is arm, en zijn ziel verlangt daarnaar; dat hij tegen u niet roepe tot den HEERE, en zonde in u zij. |
2 Samuel 22:28 | En Gij verlost het bedrukte volk; maar Uw ogen zijn tegen de hogen, Gij zult hen vernederen. |
Job 24:9 | Zij rukken het weesje van de borst, en [dat] over den arme is, nemen zij te pand. |
Job 24:14 | Met het licht staat de moorder op, doodt den arme en den nooddruftige; en des nachts is hij als een dief. |
Job 29:12 | Want ik bevrijdde den ellendige, die riep, en den wees, die geen helper had. |
Job 34:28 | Opdat Hij op hem het geroep des armen brenge, en het geroep der ellendigen verhore. |
Job 36:6 | Hij laat den goddeloze niet leven, en het recht der ellendigen beschikt Hij. |
Job 36:15 | Hij zal den ellendige in zijn ellende vrijmaken, en in de onderdrukking zal Hij het [voor] hunlieder oor openbaren. |
Psalm 9:13 | Want Hij zoekt de bloedstortingen, Hij gedenkt derzelve; Hij vergeet het geroep der ellendigen niet. |
Psalm 10:2 | De goddeloze vervolgt hittiglijk in hoogmoed den ellendige; laat hen gegrepen worden in de aanslagen, die zij bedacht hebben. |
Psalm 10:9 | Hij legt lagen in een verborgen plaats, gelijk een leeuw in zijn hol; hij legt lagen, om den ellendige te roven; hij rooft den ellendige, als hij hem trekt in zijn net. |
Psalm 10:12 | Sta op, HEERE God! hef Uw hand op, vergeet de ellendigen niet. |
Psalm 12:6 | Om de verwoesting der ellendigen, om het kermen der nooddruftigen, zal Ik nu opstaan, zegt de HEERE; Ik zal in behoudenis zetten, dien hij aanblaast. |
Psalm 14:6 | Gijlieden beschaamt den raad des ellendigen, omdat de HEERE zijn Toevlucht is. |