H6086 עֵץ
timber, gallows, staff, wood, tree, stick
Spreuken 3:18 | Zij is een boom des levens dengenen, die ze aangrijpen, en elkeen, die ze vasthoudt, wordt gelukzalig. |
Spreuken 11:30 | De vrucht des rechtvaardigen is een boom des levens; en wie zielen vangt, is wijs. |
Spreuken 13:12 | De uitgestelde hoop krenkt het hart; maar de begeerte, die komt, is een boom des levens. |
Spreuken 15:4 | De medicijn der tong is een boom des levens; maar de verkeerdheid in dezelve is een breuk in den geest. |
Spreuken 26:20 | Als er geen hout is, gaat het vuur uit; en als er geen oorblazer is, wordt het gekijf gestild. |
Spreuken 26:21 | De dove kool is om de vurige kool, en het hout om het vuur; alzo is een kijfachtig man, om twist te ontsteken. |
Prediker 2:5 | Ik maakte mij hoven en lusthoven, en ik plantte bomen in dezelve, van allerlei vrucht. |
Prediker 2:6 | Ik maakte mij vijvers van wateren, om daarmede te bewateren het woud, dat met bomen groende. |
Prediker 10:9 | Wie stenen wegdraagt, zal smart daardoor lijden; wie hout klieft, zal daardoor in gevaar zijn. |
Prediker 11:3 | Als de wolken vol geworden zijn, zo storten zij plasregen uit op de aarde; en als de boom naar het zuiden, of als hij naar het noorden valt, in de plaats, waar de boom valt, daar zal hij wezen. |
Hooglied 2:3 | Als een appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn Liefste onder de zonen; ik heb groten lust in Zijn schaduw, en zit er [onder], en Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet. |
Hooglied 3:9 | De koning Salomo heeft zich een koets gemaakt van het hout van Libanon. |
Hooglied 4:14 | Nardus en saffraan, kalmus en kaneel, met allerlei bomen van wierook, mirre en aloe, mitsgaders alle voornaamste specerijen. |
Jesaja 7:2 | Als men den huize Davids boodschapte, zeggende: De Syriërs rusten op Efraim, zo bewoog zich zijn hart en het hart zijns volks, gelijk de bomen des wouds bewogen worden van den wind. |
Jesaja 10:15 | Zal een bijl zich beroemen tegen dien, die daarmede houwt? Zal een zaag pochen tegen dien, die ze trekt? Alsof een staf bewoog degenen, die hem opheffen? Als men een stok opheft, is het geen hout? |
Jesaja 10:19 | En de overgebleven bomen zijns wouds zullen weinig in getal zijn, ja, een jongen zou ze opschrijven. |
Jesaja 30:33 | Want Tofeth is van gisteren bereid; [ja,] hij is ook voor den koning bereid; Hij heeft hem diep [en] wijd gemaakt, het vuur en hout van zijn brandstapel is veel; de adem des HEEREN zal hem aansteken als een zwavelstroom. |
Jesaja 37:19 | En hebben hun goden in het vuur geworpen; want zij waren geen goden, maar het werk van mensenhanden, hout en steen; daarom hebben zij die verdorven. |
Jesaja 40:20 | Die verarmd is, dat hij niet te offeren heeft, die kiest een hout uit, [dat] niet verrotte; hij zoekt zich een wijzen werkmeester, om een beeld te bereiden, [dat] niet wankele. |
Jesaja 41:19 | Ik zal in de woestijn den cederboom, den sittimboom, en den mirteboom, en den olieachtigen boom zetten; Ik zal in de wildernis stellen den denneboom, den beuk, en den busboom te gelijk; |