1 Koningen 4:33 | Hij sprak ook van de bomen, van den cederboom af, die op den Libanon is, tot op den hysop, die aan den wand uitwast; hij sprak ook van het vee, en van het gevogelte, en van de kruipende [dieren], en van de vissen. |
1 Koningen 5:6 | Zo gebied nu, dat men mij cederen uit den Libanon houwe, en mijn knechten zullen met uw knechten zijn, en het loon uwer knechten zal ik u geven, naar al wat gij zeggen zult; want gij weet, dat onder ons niemand is, die weet hout te houwen, gelijk de Sidoniers. |
1 Koningen 5:8 | En Hiram zond tot Salomo, zeggende: Ik heb gehoord, waarom gij tot mij gezonden hebt; ik zal al uw wil doen met het cederenhout, en met het dennenhout. |
1 Koningen 5:10 | Alzo gaf Hiram aan Salomo cederenhout en dennenhout, [naar] al zijn wil. |
1 Koningen 5:18 | En de bouwlieden van Salomo, en de bouwlieden van Hiram, en de Giblieten behieuwen ze, en bereidden het hout toe, en de stenen, om dat huis te bouwen. |
1 Koningen 6:10 | Hij bouwde ook de kameren aan het ganse huis, van vijf ellen in haar hoogte; en hij voegde ze vast aan dat huis met cederenhout. |
1 Koningen 6:15 | Ook bouwde hij de wanden van het huis van binnen met cederen planken; van den vloer des huizes tot aan het dak der wanden, beschoot hij ze van binnen met hout; en overdekte den vloer van het huis met dennen planken. |
1 Koningen 6:23 | In de aanspraakplaats nu maakte hij twee cherubs van olieachtig hout; elks hoogte was tien ellen. |
1 Koningen 6:31 | En aan den ingang der aanspraakplaats maakte hij deuren van olieachtig hout; de bovendorpel [met] de posten was het vijfde deel [des wands]. |
1 Koningen 6:32 | De twee deuren ook waren van olieachtige bomen; en hij graveerde daarop graveringen van cherubs, en van palmbomen, en van open bloemen, dewelke hij met goud overtoog; ook trok hij goud over de cherubs en over de palmbomen. |
1 Koningen 6:33 | En alzo maakte hij aan de deuren des tempels posten van olieachtige bomen, uit het vierde deel [van den wand]. |
1 Koningen 6:34 | En de twee deuren waren van dennenhout; de twee zijden der ene deur waren omdraaiende; alzo waren de twee gegraveerde [zijden] der andere deur omdraaiende. |
1 Koningen 9:11 | ([Waartoe] Hiram, de koning van Tyrus, Salomo van cederbomen, en van dennenbomen, en van goud, naar al zijn lust opgebracht had), dat alstoen de koning Salomo aan Hiram twintig steden gaf in het land van Galilea. |
1 Koningen 10:11 | Verder ook de schepen van Hiram, die goud uit Ofir voerden, brachten uit Ofir zeer veel almuggimhout en kostelijk gesteente. |
1 Koningen 10:12 | En de koning maakte van dit almuggimhout steunselen voor het huis des HEEREN, en voor het huis des konings, mitsgaders harpen en luiten voor de zangers. Het almuggimhout was zo niet gekomen noch gezien geweest, tot op dezen dag. |
1 Koningen 14:23 | Want ook zij bouwden zich hoogten, en opgerichte beelden, en bossen, op allen hogen heuvel, en onder allen groenen boom. |
1 Koningen 15:22 | Toen liet de koning Asa door gans Juda uitroepen (niemand was vrij), dat zij de stenen van Rama, en het hout daarvan, zouden wegdragen, waarmede Baesa gebouwd had; en de koning Asa bouwde daarmede Geba-benjamins, en Mizpa. |
1 Koningen 17:10 | Toen maakte hij zich op, en ging naar Zarfath. Als hij nu aan de poort der stad kwam, ziet, zo was daar een weduwvrouw, hout lezende; en hij riep tot haar, en zeide: Haal mij toch een weinig waters in dit vat, dat ik drinke. |
1 Koningen 17:12 | Maar zij zeide: [Zo waarachtig als] de HEERE, uw God, leeft, indien ik een koek heb, dan alleen een hand vol meels in de kruik, en een weinig olie in de fles! En zie ik heb een paar houten gelezen, en ik ga heen, en zal het voor mij en voor mijn zoon bereiden, dat wij het eten, en sterven. |
1 Koningen 18:23 | Dat men ons dan twee varren geve, en dat zij voor zich den enen var kiezen, en denzelven in stukken delen, en op het hout leggen, maar geen vuur daaraan leggen; en ik zal den anderen var bereiden, en op het hout leggen, en geen vuur daaraan leggen. |