H6086 עֵץ
timber, gallows, staff, wood, tree, stick
1 Koningen 18:33 | En hij schikte het hout, en deelde den var in stukken, en legde [hem] op het hout. |
1 Koningen 18:34 | En hij zeide: Vult vier kruiken met water, en giet het op het brandoffer en op het hout. En hij zeide: Doet het ten tweeden male. En zij deden het ten tweeden male. Voorts zeide hij: Doet het ten derden male. En zij deden het ten derden male; |
1 Koningen 18:38 | Toen viel het vuur des HEEREN, en verteerde dat brandoffer, en dat hout, en die stenen, en dat stof, ja, lekte dat water op, hetwelk in de groeve was. |
2 Koningen 3:19 | En gij zult alle vaste steden, en alle uitgelezene steden slaan, en zult alle goede bomen vellen, en zult alle waterfonteinen stoppen; en alle goede stukken lands zult gij met stenen verderven. |
2 Koningen 3:25 | De steden nu braken zij af, en een iegelijk wierp zijn steen op alle goede stukken lands, en zij vulden ze, en stopten alle waterfonteinen, en velden alle goede bomen, totdat zij in Kir-hareseth [alleen] de stenen daarvan lieten overblijven; en de slingeraars omsingelden en sloegen hen. |
2 Koningen 6:4 | Zo ging hij met hen. Als zij nu aan de Jordaan gekomen waren, hieuwen zij hout af. |
2 Koningen 6:6 | En de man Gods zeide: Waar is het gevallen? En toen hij hem de plaats gewezen had, sneed hij een hout af, en wierp het daarhenen, en deed het ijzer boven zwemmen. |
2 Koningen 12:11 | En zij gaven het geld wel gewogen in handen der verzorgers van dat werk, die gesteld waren over het huis des HEEREN; en zij besteedden het uit aan de timmerlieden en aan de bouwlieden, die het huis des HEEREN vermaakten; |
2 Koningen 12:12 | En aan de metselaren, en aan de steenhouwers, en om hout en gehouwen stenen te kopen, om de breuken van het huis des HEEREN te verbeteren, en voor al wat uitgegeven werd voor het huis, om [dat] te beteren. |
2 Koningen 16:4 | Hij offerde ook en rookte op de hoogten en op de heuvelen, ook onder alle groen geboomte. |
2 Koningen 17:10 | En zij hadden zich staande beelden opgericht en bossen, op allen hogen heuvel en onder alle groen geboomte. |
2 Koningen 19:18 | En hebben hun goden in het vuur geworpen; want zij waren geen goden, maar het werk van mensenhanden, hout en steen; daarom hebben zij die verdorven. |
2 Koningen 22:6 | Aan de timmerlieden en de bouwlieden, en de metselaars, en om hout en gehouwene stenen te kopen, om het huis te beteren. |
1 Kronieken 14:1 | Toen zond Hiram, de koning van Tyrus, boden tot David, en cederenhout, en metselaars, en timmerlieden, dat zij hem een huis bouwden. |
1 Kronieken 16:33 | Dan zullen de bomen des wouds juichen voor het aangezicht des HEEREN, omdat Hij komt, om de aarde te richten. |
1 Kronieken 20:5 | Daarna was er nog een krijg tegen de Filistijnen, en Elhanan, de zoon van Jair, versloeg Lachmi, den broeder van Goliath, den Gethiet, wiens spieshout was als een weversboom. |
1 Kronieken 21:23 | Toen zeide Ornan tot David: Neem ze maar henen, en mijn heer de koning doe wat goed is in zijn ogen; zie, ik geef deze runderen tot brandofferen, en deze sleden tot hout, en de tarwe tot spijsoffer; ik geef het al. |
1 Kronieken 22:4 | En cederenhout zonder getal; want de Sidoniers en de Tyriers brachten tot David cederenhout in menigte. |
1 Kronieken 22:14 | Zie daar, ik heb in mijn verdrukking voor het huis des HEEREN bereid honderd duizend talenten gouds, en duizend maal duizend talenten zilvers; en des kopers en des ijzers is geen gewicht, want het is er in menigte; ik heb ook hout en stenen bereid; doe gij er nog meer bij. |
1 Kronieken 22:15 | Ook zijn er bij u in menigte, die het werk kunnen doen, houwers, en werkmeesters in steen en hout, en allerlei wijze lieden in allerlei werk. |