H6106 עֶצֶם
body, life, very, bone, same, , selfsame
2 Koningen 23:20 | En hij slachtte al de priesteren der hoogten, die daar waren, op de altaren, en verbrandde mensenbeenderen op dezelve. Daarna keerde hij weder naar Jeruzalem. |
1 Kronieken 10:12 | Zo maakten zich alle strijdbare mannen op, en zij namen het lichaam van Saul, en de lichamen zijner zonen, en zij brachten ze te Jabes; en zij begroeven hun beenderen onder een eikenboom te Jabes, en zij vastten zeven dagen. |
1 Kronieken 11:1 | Toen vergaderde zich gans Israel tot David naar Hebron, zeggende: Zie, wij zijn uw gebeente en uw vlees. |
2 Kronieken 34:5 | En de beenderen der priesteren verbrandde hij op hun altaren; en hij reinigde Juda en Jeruzalem. |
Job 2:5 | Doch strek nu Uw hand uit, en tast zijn gebeente en zijn vlees aan; zo hij U niet in Uw aangezicht zal zegenen! |
Job 4:14 | Kwam mij schrik en beving over, en verschrikte de veelheid mijner beenderen. |
Job 7:15 | Zodat mijn ziel de verworging kiest; den dood meer dan mijn beenderen. |
Job 10:11 | Met vel en vlees hebt Gij mij bekleed; met beenderen ook en zenuwen hebt Gij mij samengevlochten; |
Job 19:20 | Mijn gebeente kleeft aan mijn huid en aan mijn vlees; en ik ben ontkomen met de huid mijner tanden. |
Job 20:11 | Zijn beenderen zullen vol van zijn verborgene [zonden] zijn; van welke elkeen met hem op het stof nederliggen zal. |
Job 21:23 | Deze sterft in de kracht zijner volkomenheid, daar hij gans stil en gerust was; |
Job 21:24 | Zijn melkvaten waren vol melk, en het merg zijner benen was bevochtigd. |
Job 30:17 | Des nachts doorboort Hij mijn beenderen in mij, en mijn polsaderen rusten niet. |
Job 30:30 | Mijn huid is zwart geworden over mij, en mijn gebeente is ontstoken van dorrigheid. |
Job 33:19 | Ook wordt hij gestraft met smart op zijn leger, en de sterke menigte zijner beenderen; |
Job 33:21 | Dat zijn vlees verdwijnt uit het gezicht, en zijn beenderen, [die] niet gezien werden, uitsteken; |
Job 40:13 | Zijn beenderen zijn [als] vast koper; zijn gebeenten zijn als ijzeren handbomen. |
Psalm 6:3 | Wees mij genadig, HEERE, want ik ben verzwakt; genees mij, HEERE, want mijn beenderen zijn verschrikt. |
Psalm 22:15 | Ik ben uitgestort als water, en al mijn beenderen hebben zich vaneen gescheiden; mijn hart is als was, het is gesmolten in het midden mijns ingewands. |
Psalm 22:18 | Al mijn beenderen zou ik kunnen tellen; zij schouwen het aan, zij zien op mij. |